Dit blog staat chronologisch gezien in omgekeerde volgorde; de meest recente toevoeging staat bovenaan. De iets uitgebreidere introductie uit januari 2018 staat onderaan en kun je lezen door helemaal naar onderen te gaan met het grijze blokje aan de rechterkant.

 

48. Laatste blogpost

17 december 2023

Ik heb al geruime tijd geen interesse meer om ervaringen hier te delen en vermoed dat dit zo blijft. Blijkbaar kan zo’n behoefte wegvallen. Op 1 of andere manier voelt het goed om dit als ervaring hier te melden en zo af te sluiten. Met vriendelijke groet.

 

47. De 'spirituele community'

27-11-2022

 

Afgelopen zaterdag kreeg ik het november-nummer van het blad ‘Inzicht’ onder ogen dat gewijd is aan het laatste boek van mijn leraar Philip Renard. In dit boek staat het verschil tussen de wereld van verschillen en dat wat verschilloos is centraal. Een vertaling en interpretatie van een klassieke Advaita tekst. Voor dit nummer zijn diverse auteurs uitgenodigd om hun commentaar op de tekst te geven. Mensen uit de 'spirituele community' van 'Inzicht'. Schrijvers van boeken, een hoofdredacteur van het blad en spiritueel leraren. In dit november nummer stonden enkele verhalen die behalve van waardering voor de teksten getuigden ook voor mij verbazingwekkende redenaties presenteerden.

 

3 auteurs legden uit waarom Advaita ‘niet hun ding is’. De eerste auteur vanuit een redenering met een in het boek gebruikte metafoor. Half conceptueel, zonder voor mij navolgbare logica, suggererend dat de helderheid in de woorden van Advaita tot dualiteit leidt.

 

De andere 2 auteurs reageren juist niet conceptueel. Hun bijdragen gaan vergezeld met beschrijvingen van hun ervaringen. De één stelde hierbij dat alleen directe ervaringen nog haar interesse hebben en dat ze blij is met de vrijheid het niet verder te hoeven analyseren. Ze blijkt na enig zoeken een boek van 200 pagina’s geschreven te hebben. Als ik de inhoudsopgave zie, valt me op dat het veel lijkt op wat je in een boek in de Advaita traditie ook zou kunnen tegenkomen. Zelf het onderwerp uitgebreid uitdrukken in woorden en dan een andere uitdrukking in woorden verwerpen omdat die analytisch is. De andere heeft een vergelijkbaar verhaal. Vanuit waardering voor het Advaita onderricht gaat ze in haar stukje naar wat ik aanneem de pointe is, de door haar (impliciet) veronderstelde tegenhanger van Advaita; de directe ervaring. Kort gezegd; beide beschrijvingen geven min of meer aan; Advaita is praten en analyseren, niet direct ervaren. Daarom is Advaita ‘niet ons ding’. 

 

Waarom denken zij dat Advaita om praten en analyseren gaat? Waar komt deze interpretatie vandaan? Hoe kan het dat iemand een tekst leest waarin bijna op iedere pagina wordt verwezen naar de directe ervaring, na het lezen het commentaar levert; interessant maar niet echt iets voor mij want ik ben alleen geïnteresseerd in de directe ervaring? Hoe kan het dat als je leest 'Jij bent Dat' je niet direct opmerkt dat je 'Dat' bent? En als dit wel gebeurt; hoeveel waardering heb je daarvoor dan? Raakt deze tekst, de lofzang op de directe ervaring, je? 

 

47. Los

24-4-2022

 

Ik zie in dat de kern van vrijheid zit in het los zijn van gedachten en gevoelens. Er niet aan verkleefd zijn. Het mooie van het woord 'los' zit in de stilzwijgende verwijzing dat er iets anders is waar geen verkleving mee is. Wat ik uiteindelijk ben zit nergens aan vastgekleefd, het is los. Ik ben Dat, ik ben los. Gedachten en gevoelens blijven komen en gaan, daar is niets aan te doen. Maakt niet uit. Ik ben los. 

 

En soms verkleefd.

 

Dat is dan geen probleem want ik ben met helderheid direct weer los. Los, verkleefd, los, verkleefd, los; zo gaat het maar door. 

 

46. De kracht van een metafoor.

23-4-2022

'Een onnozel mens denkt dat hij de zon ziet terwijl hij naar een weerspiegeling van de zon in een pot kijkt'. Het begin van een vers in een oud Advaita-geschrift. Bij het lezen van deze tekst wordt mij ineens duidelijk dat iedere mentale voorstelling, de reflectie van Bewustzijn is. Dit doet me direct beseffen dat mijn denken niet geschikt is om Bewustzijn te herkennen. Je kunt niet herkennen door te denken. Je kijkt met wat je denkt te weten steeds naar de reflectie. Je bent dan in gesprek met de reflectie. Je kijkt in de pot in plaats van direct naar de zon. Dit inzien is bijzonder. De kracht van de metafoor. 

 

Metaforen in Advaita zijn meestal korte verwijzingen die even werken, in een moment de goede hint geven. Het heeft geen zin om vanuit de daarmee opgeroepen ervaring terug te blikken op de metafoor. Door het effect van de metafoor valt de metafoor weg. Voor het absolute bestaat sowieso geen volledig adequate metafoor. 

 

De volle, zelfbevestigende ervaring zit in het herkennen van Bewustzijn. Bij het onderbreken ontstaat een verstilling en is ook een expansie waarneembeer. Prettige energetische effecten. De valkuil is dan dat deze energetische effecten leidend gaan worden. Dan ben ik toch weer op zoek naar een effect, een weerspiegeling. Dan ga ik de herkenning afmeten aan bijkomende energetische effecten. Dan wordt herkenning conditioneel. Geen expansie? dan dus ook geen herkenning. Voor mij een lastige horde op mijn trainingsweg. 

 

De reflectie in de pot betekent: doen, met mijn verstand benaderen. Of voelen en daar op afgaan. Direct kijken betekent zien. De onderbreking het werk laten doen. De keuze is: doen of zien? Niet doen voelt soms als onmachtig. 

 

Herkennen van Bewustzijn heeft geen objectieve waarde. Het is niets met de volheid van alles. Het is verleidelijk om te koersen op fijne energetische effecten. Wil ik dit offeren? Het blijft aantrekkelijk om in de pot te kijken, vooral als het energetisch prettig is. 

 

In retrospectief zie ik dat ik lange tijd heb uitgekeken naar energetische effecten en deze als maatgevend nam. Ik heb enkele spectaculaire herinneringen hierbij maar als ik eerlijk ben was het eigenlijk een teleurstellende weg. Uiteindelijk ben je toch veel vaker niet high dan dat je high bent. Met high zijn bedoel ik hier: een staat van expansie hebben. Uiteindelijk is het veel prettiger om direct naar de zon te kijken en de energetische effecten te laten voor wat ze zijn. 

 

De herkenning van Bewustzijn komt soms met een subtiel gevoel stilvallen en van volheid. Naarmate de tijd vordert wordt de gewaarwording hiervan steeds duidelijker en indringender. Er ontstaat een zekere vertrouwelijkheid hiermee. Uiteraard is dit energetische effect ook een weerspiegeling. Het zou me niet verbazen als dit op een gegeven moment wegvalt. Maar ik vermoed dat er altijd wel een energetische verandering te bespeuren zal blijven als ik vanuit een moment van verkleefd zijn aan mijn gedachten een onderbreking ervaar. 

 

Er valt mij een vergelijking binnen die volgens mij goed weergeeft hoe de energetische spirituele weg bij mij werkte;  Als begin twintiger ging ik soms met vrienden naar uitgaansgelegenheden waarbij wij xtc-pilletjes namen. In het begin hiervan keken we veel naar elkaar en kon de vraag opkomen: voel jij er al iets van? In die tijd waren de pilletjes namelijk van wisselende kwaliteit, ze werkten niet allemaal. Het was dus altijd even uitvinden. In zekere zijn deed ik lange tijd op mijn spirituele pad hetzelfde. Pilletjes gebruikte ik niet meer, het werd satsangs bijwonen en meditaties doen. De vraag bleef echter: voel je al iets? 

 

Als je deze benadering hebt en je zit op een spiritueel pad dat niet verwijst naar het direct naar de zon kijken kun je tientallen jaren rondtollen in spirituele praktijken zonder ook maar één moment van bewust gewaardeerde herkenning van Bewustzijn. Je weet gewoon niet dat het mogelijk is om Dit nu te herkennen. Er ontstaat dan ook niet zo iets als spontane momenten van herkenning, onderbrekingen van je gedachten, die vaker gaan voorkomen. Je mist steeds de eerste keer dat dit gebeurt. Je weet niet wat het is daarom waardeer je het niet en maak je het niet belangrijk. Je hebt geen idee hoe je zo'n moment van onderbreking van gedachten moet interpreteren. Je zet dan niet de eerste stap. Ik herinner me in Costa Rica tientallen momenten waarop ik onderbrekingen meemaakte. Het bleven anecdotes. Tientallen kansen om de werkelijkheid te zien werden niet benut want ik was onwetend en niemand vertelde mij hoe het zat. Dit moest ik blijkbaar toch aangereikt krijgen, ik heb het niet uit mezelf ontdekt.

 

45. De logica van besef

5-11-2021

 

Eergisteren bezocht ik mijn 92-jarige moeder in haar verzorgingstehuis. Ze was ontspannen, een beetje ineengeschrompeld, wat afwezig en  vooral vriendelijk. Op de terugreis in de auto bedacht ik me: ja zo gaat dat dus, op een gegeven moment is je lichaam op en je geest ook. Ook bij mij zal dat gaan gebeuren. Ik vond het heel aandoenlijk om mijn moeder zo te zien verouderen. Stukje bij beetje zonder drama en best opgewekt. Voor mij een erg harmonische manier van met de dood geconfronteerd worden. Best prettig. Mijn moeder, zonder besef van haar naderende  levenseinde, in een vredige staat. De dood als een onverwacht vleugje wind. 

 

Het maakte me niet bang, bezorgd of treurig. Het zet me ook niet aan tot fantaseren over mijn eigen toekomst. Het is bijzonder om zonder angst over doodgaan na te denken de logische conclusies er van te voelen. Het brengt me onder de indruk van iets anders. Mijn fysieke - lichaam - tijd loopt natuurlijk gewoon door. Maar er is iets anders dat in tegenstelling tot mijn lichaam niet Ineen schrompelt en er steeds is. Als ik dit herken als het onderliggende van al mijn ervaringen, dat wat ik ben, ontstaat lichtheid.

 

Mooie 'bodemervaring', heel subtiel. Ik ervaar dat hier geen gevoel van overwinning bij past. Ja mijn leven tot nu toe was interessant en ik heb genoten van de levenskracht. Het einde hiervan is best wel iets. Niet iets om luchtig over te doen. Het: 'Goh; dat was het dan,' Ik sluit niet uit dat het indruk op mij zal maken. Toch is dit voor mij op dit moment minder indrukwekkend dan de herkenning van wat ik ben. 

 

44. Onschuldig

17-10-2021

 

Ik ben aan het klussen in huis en raak van de éne dagdroom in de andere. Herinneringen over het niet gerespecteerd worden uit een bepaalde periode in mijn verleden. Ik lijk in een soort tussengebied te zitten; ik zie gedachtengangen en schiet van de één naar de ander. Zonder dat er onderbrekingen lijken te zijn. Ik heb er naar gevoel bij, een oud gevoel dat ik uit het verleden ken. Ik ben steeds bezig mijzelf te veroordelen. Eerst in de gedachtengangen zelf, daarna als ik ze half zie, veroordeel ik mezelf omdat ik deze gedachtengangen heb. Ik voel me schuldig. 

 

Tot dat ik ineens zie dat de gedachtengangen niet veroordeeld hoeven te worden. Ze zijn er gewoon. Ik ben deze dagen gewoon niet altijd vrij. Niks aan te doen. Ik kan alleen maar afwachten hoe zich dit ontwikkelt. Misschien gaat het vaker gebeuren misschien ook niet. Als dit indaalt kom ik weer in contact met de werkelijkheid. Er is weer ruimte. 

 

Natuurlijk hebben deze gedachtengangen waar ik af en toe aan vastgekit lijk te zitten een signaalfunctie. Het gaat er niet om ze te waarderen. Dat zou raar zijn, ze gaan immers verzeld van psychisch lijden. Het punt is dat ik niet schuldig ben aan het optreden ervan. Ik kan er niets aan doen dat dit gebeurt. Het lijkt zo te zijn dat de veroordeling ervan ze juist in stand houdt. 

 

43. Als gedachten niet landen

12-10-2021

 

Ik merk dat er, denkende aan mijn werk, een fantasie opkomt. Ik sta in gedachten voor een groep en ik heb succes. Heel apart om dit te zien. Er ontstaat een krachtige uitnodiging om er verder over na te denken. Constructies in mijn hoofd te maken. Ik voel de zuigende werking van deze prettige fantasie. Een krachtige uitnodiging tot dagdromen. Als ik er beter naar kijk zie ik een verlangen om waardering te krijgen, erkend te worden als iemand die het goed doet. Beter zijn dan anderen. Winnen. In een flits veroordeel ik het en daarna ontstaat meteen een andere flits.

 

"Ah Ok, het poppetje wil weer eens winnen. ja dat heb je met het poppetje". Zodra ik dit zag verdween mijn interesse in de gedachtengang van het willen winnen. Natuurlijk is die er af en toe. Het is iets universeels, banaal. De inhoud of de aanwezigheid van de gedachtengang doet er niet toe. Ik doorzie de misvatting die zegt dat ik geen gedachten meer mag hebben of enkel gedachten mag hebben van een bepaald type. Ik beschouw de gedachtengang als iets dat me zowel voor wat betreft het opkomen als voor de inhoud ervan wordt geschonken. Het gaat buiten me om. Het komt gewoon op. Vrijheid zit niet in het proberen te reguleren, te sturen of te controleren van gedachten. Vrijheid is er als gedachten niet landen. 

 

Niet landen is niks anders dan niet ingaan op de energetische uitnodiging om verder te gaan dagdromen. Doorgaan met dagdromen is best leuk dit heeft een aantrekkingskracht. Maar wat een geluk als de onderbreking er is. Als de opkomende dagdroom wordt afgekapt.

 

Ik merk dat ik door de onderbreking weer in aanraking kom met de werkelijkheid. Terugkeer in iets dat nooit weg is geweest. Ik weet weer wat ik ben. Het geschonken krijgen van deze aanraking brengt ontspanning, vreugde en ingetogen liefde. Ik zie dat besef in deze aanraking zit. Dit besef wordt gegeven ik heb er niets aan kunnen doen, het was zo niet dat ik beter oplette of beter een instructie volgde. Het was er gewoon. 

 

Zonder de werkelijkheid op te merken zou het steeds toestaan van onderbrekingen steeds een verlies betekenen. Hoe klein ook, het zal steeds een beetje pijn doen, het leven iets droger maken. Op dit pad je alleen op het herkennen van leegte richten, brengt je op een droge en incomplete weg. Herkennen wat er wel is brengt vreugde. 

 

Wat mij betreft is deze herkenning iets wat me gegeven wordt. Ik zie het als het effect van wat ik hier mijn Advaitatraining noem maar die term voelt een beetje ongepast in deze context. Deze term zou kunnen suggereren dat het een kwestie is van deze training volgen en dan komt het wel goed. Misschien is dit zo, misschien ook niet. Suggereren dat dit ik dit weet zou ongepast zijn. 

 

42. Conceptloos

11-9-2021

 

Ik stond afgelopen dinsdag op een zandstrandje aan de Waal. Ik moest ineens aan dit blog denken, was het bijna vergeten. Er schoot me een herinnering te binnen aan een blog waarin ik meerdere malen checkte of er afgescheidenheid was. Het viel me op dat het op dit herinnerings-moment de heldere lucht, de zon en de felle groenen kleuren alles een 'gouden gloed' gaven.

 

Ik checkte daarom opnieuw of er sprake was van een 'ïk' aan de ene kant en iets anders aan de andere kant. Waar ik ook keek, steeds bleek dit niet het geval. Wat me ook sterk opviel was de natuurlijkheid en de vredigheid die ik bespeurde en dat alles, waar ik ook keek, even mooi was.

 

Het was niet zo dat het denken totaal stil viel. Wat er gebeurde, de waarneming dat er geen twee is, volgde ik met mijn gedachten. Toch zorgde dit gedachtenproces er niet voor dat er dualiteit ontstond. Als ik naar een boom keek kwam wel even 'boom' op maar dit verdween in mijn gevoel meteen. Hier ontstond ook geen discussie over. Ik denk dat ik op dit moment voor het eerst zo duidelijk zag wat conceptloosheid is. 

 

Het voelt bijna als een plek. Een plek waar geen plaats voor angst is. Dit kwam als een vredige mokerslag binnen. 

 

Dit roept ook een herinnering op aan wat ik beschouw als eerste bewuste ervaring op dit gebied. Ik was aan het lezen in een boek van Krishnamurti en zat in de trein. De instructie was; kijk naar een boom zonder het woord boom te gebruiken. Kijk zonder woorden. Ik oefende hier regelmatig mee en op een geven moment ontstond, heel kort, iets vergelijkbaars als wat ik hierboven beschrijf. Ik heb het daarna dikwijls nogmaals geprobeerd maar zonder resultaat waarna het uit mijn aandacht verdween. Iets dat een kleine 40 jaar geleden gebeurde. 

 

Het is verleidelijk om te zeggen dat ik dus al 40 jaar bezig ben met Advaitatraining maar dat klopt niet. Misschien had ik vrij jong al wel een  zekere gevoeligheid en intuïtie voor dit gebied maar deze vroege ervaring was iets toevalligs. Duiding van deze ervaring kwam pas in beeld in de training van Philip (de afgelopen vier jaar). Ik noem de ervaring die ik op mijn 18e had omdat deze als herinnering opkwam en me hier interessant leek. Het was iets toevalligs zonder verder verhaal. 

 

 

41. De oergedachte verder bekeken

20-10-2020

 

Als ik een stuk ga wandelen probeer ik te zien of er een denkbeeldig ik aanwezig is. Hoe ik ook kijk, ik zie het niet. tegelijkertijd voel ik intuïtief aan dat het 'ik' er is. Ik voel een lichte energetische contractie. Ik voel me geïrriteerd en een beetje verveeld. Er zijn gedeeltes tijdens de wandeling zonder gedachten maar het voelt niet ruim. Als ik bij een boom stop en mezelf nog eens vraag of er een Tweede is, merk ik inderdaad dat er contouren van een afgescheiden lichaam en een ander object zijn. Er volgt in ieder geval niet een samenvallen van wat te zien is en wat ziet. Geen synthese. Het lijkt een soort van: terug naar af, verblijf in dualiteit. Ook als ik op dit moment check of er een 'ik' is, voel ik mijn lichaam als afgescheiden entiteit. Mijn gevoel zegt momenteel dat ik afgescheiden ben van andere afgescheiden dingen om me heen. Het voelt alsof ik als afgescheidenheid in een wereld met andere afgescheiden dingen leef. Het is bizar, als ik dit opmerk schiet ik in de lach. Ik weet vanuit ervaring en vanuit een zeker redeneren dat dit niet klopt. Tegelijkertijd zorgt deze observatie voor een gevoel van vrijheid en onschuld. Het ervaren van 'Geen twee' kan gegeven worden maar ik kan het niet doen. Blijkbaar is het nu niet gegeven. Prima. 

 

Tijdens het schrijven van blog nummer 36 ben ik nog vervuld van de 'ervaring' van non-dualiteit maar geef ik ook aan dat er een angst is die zegt dat ik in de toekomst weer in afgescheidenheid zou kunnen leven. En dat is dus gebeurd. Blijkbaar komt het in golven. Ik ben blij met dat wat dit observeert. Mijn gevoel volgen zou nu betekenen dat ik zou leven in afgescheidenheid. En ondanks dat dit gevoel zo logisch lijkt vind ik het helemaal niet logisch om het hier te volgen. Opnieuw; helderheid gaat vóór gevoel. Daar sta ik dan. Het ontgaat me in ieder geval niet dat me iets ontgaat. Maar dat is nog wel iets anders dan zien. 

 

40. De oergedachte

19-10-2020

 

Na het schrijven van het onderstaande blog in de avond ben ik in bed gaan liggen om te gaan slapen. Ik kon natuurlijk niets anders doen dan wachten op de slaap en daarbij kijken naar opkomende gedachten. Ik merkte dat er relatief lange periodes voorbij gingen, schijnbaar zonder gedachten en zag ook dat ik twee keer achteraf dat ik met een reeks gedachten bezig was. Flink aan het denken. Interessant om zo aan den lijve te ondervinden dat conceptueel begrijpen niet persé betekent dat ik niet meer aan de haak van het denken beland. Als ik er op terugkijk voelt dit niet als falen of als een nederlaag. Blijkbaar hoort dat op dat moment bij mij. Ik zie wel dat de vrijheid mij op dat moment ontgaat maar ja, ik zit in een leerproces. En ook dit denken kwam steeds weer aan zijn eind. 

 

Ik herinner me relatief lange periodes die schijnbaar zonder gedachten waren, het waren geen flitsjes. Ik herinner me ook een besef van tijd hierbij. Er moet een denkbeeldige 'ik' bij aanwezig zijn geweest anders was er geen besef van tijd en was er geen herinnering geweest. Was dat een gedachte die ik niet zag of is het  iets anders dan een gedachte? Dit denkbeeldige 'ik' is, als het een gedachte is, een subtielere dan de andere gedachten die over iets in de wereld, gaan. Lastiger op te merken. De oergedachte wellicht.

 

39. Gedachten en denken

19-10-2020

 

Denken op het pad van Non-dualisme is een manier van denken die het denken ten einde brengt. Maar het brengt niet persé het opkomen van gedachten ten einde. Als ik mijn gedachten niet zie volgt een automatisch denkproces. Ik zit dan aan de haak. Als ik zie en voel waar een gedachtenreeks naar verwijst; een imaginaire ik, een persoon, met een verlangen, angst, schuldgevoel, een wil om te winnen of gelijk te krijgen, dan kan deze gedachtenreeks onderbroken worden en uiteindelijk gewoon wegvallen. Het is voor mij fascinerend om dit op te merken. 

 

Ik zit naar wielrennen op de tv te kijken en er wordt een mooie boerderij met een prachtig uitzicht in beeld gebracht. Ik zie de fantasie opkomen dat ik deze boerderij bezit, dat ik er woon. Ik merk iets subtiel stimulerends op bij deze fantasie. Er zit iets prettigs in, het nodigt uit om er verder over te gaan nadenken. Er zit een zekere belofte in. Het lokt. Een speldeprikje van een prettig chemisch stofje in mijn hersenen. Als ik deze energie zou gaan volgen zou ik wellicht nagaan waar de wielrenwedstrijd plaatsvindt en met Google-earth gaan opzoeken waar die boerderij staat, op internet onderzoek gaan doen en zo enige tijd in deze fantasie verkeren totdat de realiteit me weer roept. 

 

Ik zie direct dat de aanblik van de boerderij op tv uitnodigt tot een denken dat in dienst staat van een denkbeeldige 'ik'. In een flits is een verlangen ontstaan en in een flits is het me duidelijk dat dit een gedachtenreeks in een bepaalde categorie is; een verlangen. Zodra ik dit zie is het alsof ik de gedachte actief afwijs, ik stop er geen energie in. Ik heb er geen interesse in. Ik voel dat de subtiele en prettige energetische impuls, de aanzet om een denkproces in te gaan daarop wegvalt. Er is een subtiel verlies. Hmm.. het was net zo lekker die opkomende gedachte, zo'n prettig speldeprikje. Het heeft iets prettigs om als het ware op een opkomende gedachte te duiken en er mee aan de slag te gaan. Het is zo'n gewoonte om dit te doen dat het natuurlijk lijkt. Onderbreken verpest het feestje. Dit duurt heel even waarna een soort van neutraliteit intreedt. Ik ben de gedachte dan al weer bijna vergeten en merk op dat dit veel prettiger is dan dat wat ik voelde bij het opkomen van het verlangen. Een ontspannen leegte zonder ingebeeld 'ik'. 

 

Dit boerderij voorbeeld laat me zien hoe als het ware de brandstofleiding van het denken dichtgedraaid wordt. Een opkomende gedachte heeft dan geen energie meer voor het genereren van volgende gedachten. Het denken valt stil. Natuurlijk kan er drie sekonden later weer een gedachte opkomen maar dat maakt niet uit. Dat is niet aan mij. 

 

38. Helderheid gaat voor gevoel

21-9-2020

 

In een eerder blog (nummer 34) beschrijf ik de ervaring dat mijn beleving één geheel is. Daarbij speelde mijn gevoel een belangrijke rol. Ik  voelde dat er geen twee is. Ik heb de ervaring in de eerste dagen erna vooral geïnterpreteerd als iets dat door het gevoel kwam. Alsof ik een kado had gekregen in de vorm van een waarheidsgetrouw gevoel. Na een ervaring vanochtend en dieper graven in mijn herinnering kijk ik hier nu anders tegenaan. 

 

Op het moment dat ik zag dat alles één geheel is, leek het alsof ik in een flits begreep wat ik had gelezen in een voor mij verhelderend boek van John Levy (The nature of man according to the Vedanta). Het is alsof mijn gevoel op dat moment en de helderheid vanuit herinneringen-flitsjes aan dit boek samenkwamen in deze ervaring. Het was meer dan alleen gevoel. Het meest voelbare en daardoor indrukwekkende in deze ervaring is natuurlijk het gevoel. Rust, vrede, betrouwbaarheid. Gevoel is voelbaar, vloeibaar. In het aanblijven ervan zit een soort van traagheid. Helderheid is in vergelijking met gevoel veel sneller, het is een flits. Flits leeg, flits leeg, met de snelheid van het licht. Gevoel blijft het lichaam opvullen. 

 

Met de ervaring in het achterhoofd van vanochtend (zie het blog hieronder) zie ik nu dat louter koersen op gevoel, ondanks het soms indrukwekkende ervan, geen goed idee is. Mijn gevoel kan op bepaalde momenten ook gewoon niet kloppen. Er kunnen momenten zijn waarop mijn gevoel aangeeft dat dualliteit de ware aard van het bestaan is. Gevoel kan liegen om het maar eens dramatisch uit te drukken. 

 

Zonder gevoel van eenheid is eenheid een gedachtenspinsel. Als je de inhoud van verhelderende teksten over eenheid uit je hoofd kent zonder dat dit echt doorvoeld is blijft het een theorie. Dan is het niet gerealiseerd. Gevoel is dus wel degelijk belangrijk maar je kunt een gevoel pas vertrouwen als het helderheid bevestigt. Dualiteit kan heel echt voelen, toch is het niet waar. Helderheid staat op de eerste plaats. Ik zie dat deze training vooral een training in helderheid is. 

 

37. Iets protesteert

21-9-2020

 

Ik werd vanochtend wakker en merkte opnieuw op hoe prettig en vervullend de nieuwe manier van interpreteren is. Het voelt het nog steeds als iets nieuws, blijkbaar ervaar ik bepaalde aspecten ervan nog steeds vanuit een oud referentiekader. Als ik ga douchen komt er echter ineens een intense en onprettige wervelstorm aan gedachten op. Ik zie dit aan en realiseer me dat ik straks wellicht een persoon met aan een psychose grenzende mentale staat observeer. Een intens protest is gaande. Er is ook een abstract gevoel van angst. Als ik even later rustig zit merk ik een gevoel van schuld op. Ook abstract, niet als herinnering aan een bepaalde situatie waarbij ik iets vreselijk verkeerd heb gedaan. Als ik verder inzoom wordt dit gevoel van schuld steeds dieper. Het voelt als een donkere schaduw over mijn hele leven. Op een gegeven moment voel ik binnen dat schuldgevoel een kern, alsof daar mijn ik zit. Er is een twee onstaan. Als ik check of 'Geen twee' er nog steeds is merk ik voor het eerst sinds de ontdekking van 'Geen twee' dat er toch een twee is. Ik interpreteer wat ik meemaak als duaal. Ik tegenover iets anders. Dit gaat gepaard met een gevoel van koelte, doodsheid. Als ik nogmaals probeer te checken merk ik dat dit veel lastiger is dan de afgelopen weken maar als ik een minuut helder probeer te zijn, verdwijnt de illusionaire 'ik-kern' en is er weer sprake van 'Geen-twee'. 

 

 

36.Angst en triomf

13-9-2020

 

Ik check regelmatig of ik nog steeds geen afgescheidenheid voel. Iedere keer blijkt dit niet het geval te zijn. Ik zie op bepaalde momenten gedachten van angst opkomen die suggereren dat ik weer zoals voorheen afgescheidenheid zal ervaren. Het lijkt er op dat ik af en toe bang ben dat het prettige fundament van 'Geen twee' weer verdwijnt. Zodra ik dit zie, zie ik ook dat deze gedachte opkomt in het geheel en de kracht ervan verdwijnt dan onmiddellijk. Bevrijdende gewaarwording. Af en toe voel ik me hierbij triomfantelijk. Dat gebeurde twee keer direct nadat ik gedachten van angst zag. Alsof ik het zien als persoon claim. Zo van; dat heb ik toch maar weer goed door. Blijkbaar is 'Geen twee' voor mij op mentaal niveau nog niet iets dat altijd 100% natuurlijk is. Als het dat wel zou zijn zou er geen gevoel van triomf opkomen bij de herontdekking ervan. Ik denk dat ik erbij gebaat ben dat ik 'Geen twee' op alle niveau's altijd als natuurlijk ervaar. Ik zou niet weten wat ik daar aan kan doen maar ben wel blij met de herkenning van angst en triomfalisme. Er zit voor mij ook iets humoristisch in deze ontdekking. Ik ben blijkbaar af en toe trots op iets dat ik een moment later bang ben te verliezen. 

 

Het valt me hierbij op dat de beschrijving van mijn triomfalisme geen schuldgevoel teweeg brengt. Het is een constatering. Dit ego-ding hoeft niet weggewerkt te worden. Zodra ik 'Geen twee' als volkomen natuurlijk ervaar zal mijn triomf vanzelf verdwijnen. Als ik triomf tegenkom moet ik nog beter checken wat er aan de hand is. 

 

35. Wennen aan de nieuwe interpretatie

9-9-2020

 

Ik moet op pad naar een supermarkt en vraag me af hoe dat verblijven in de supermarkt zal zijn. Is de nieuwe manier van interpreteren iets dat tot stand komt door introspectie en zal ik straks in de supermarkt deze introspectieve stand verlaten en gewoon weer zoals voorheen naar de producten in de supermarkt kijken? Ik verwacht van wel. Maar ik merk in de supermarkt dat er niets verandert in mijn gevoel over wat ik zie. Het is niet zo dat ik in een andere modus schiet waarin ik afgescheidenheid voor waar aanneem. Een pot pindakaas voelt niet ineens als afgescheiden. Uiteraard niet iets om een gesprek over te beginnen in de supermarkt. Dat zal alleen maar tot verwarring leiden. In zekere zin verandert er dus wel iets in het omgaan met de wereld, het lijkt wat op terugtrekken. Maar in de echte praktische zin verandert er niets, het gaat net als voorheen, ik interpreteer alles wel anders. 

 

Dualiteit is een woord dat bij een bepaalde manier van praten soms past maar in werkelijkheid bestaat het niet. Het is een concept dat zegt dat het één afgescheiden is van het ander. Ik herinner me een video van een spirituele leraar die dualiteit prijst als datgene wat ons in staat stelt om te genieten van de schoonheid om ons heen. Klonk voor mij destijds heel plausibel maar nu niet meer. Blijkbaar interpreteert hij zijn ervaringen als dualistisch van aard. Waarom schoonheid niet prijzen als een onbegrijpelijk wonder? Wat heeft dualiteit ermee te maken? Het is een concept dat bovenop de ervaring wordt gelegd.

 

Op sommige momenten verbaas ik me erover dat van 'Geen twee' in onze cultuur vrijwel niets bekend is. Het is zo fundamenteel, zo logisch, zo simpel en zo echt. Hoe kunnen zoveel mensen dit over het hoofd zien? En natuurlijk ook: hoe kon ik dit zo lang over het hoofd zien?

 

34. Geen twee

8-9-2020

 

Ik wandel aan het begin van de avond langs de Waal en ik ben getroffen door de schoonheid die ik zie. Het is alsof ik voor de eerste keer een prachtig schilderij zie. Als ik een paar minuten aan het wandelen ben voel ik dat hetgeen wat ik zie niet van stoffelijke aard is. Wat ik zie zijn geen afgescheiden dingen. Er is geen sprake van iemand die iets anders ziet dat los van hem staat. Is het dan dus mentaal? Ik zie dat er geen gedachten zijn genesteld in hetgeen dat ik zie. Ik denk niet na over wat ik zie. De tweedeling: stoffelijk versus mentaal of idee, die zo logisch lijkt, is gewoon niet van toepassing. Wat ik zie is niet materieel maar het is ook niet een idee. Het voelt wel zo dat hetgeen wat ik zie meer in de richting van het mentale gaat dan in de richting van het materiële.

 

De voor mij zo gebruikelijke beleving iets waar te nemen dat los van mij staat is verdwenen. Dit gaat vergezeld van een gevoel van rust en vertrouwen. Ik merk ook dat het erg makkelijk is om dit steeds opnieuw te checken. Een paar dagen later, tijdens een drukke werkdag waarin ik een groep begeleid, betrap ik me er op dat ik bij het traplopen tweemaal check of de trap wel of niet een afgescheiden materieel iets is. En beide keren zie ik dat er geen tweedeling is. Geen twee. 

 

Ik zie dat mijn beleving één geheel is. Deze beleving beschrijven als iets wat gebeurt door een waarnemer aan de éne kant en het waargenomene aan de andere kant is niet precies. Zo werkt het niet in de realiteit. De beleving van het prachtige schilderij langs de Waal is een mysterieus iets. Als ik probeer om het preciezer te beschrijven word ik als het ware gedwongen om verdelingen in de beleving aan te brengen die er nu juist niet zijn. 

 

Het is erg prettig dat 'Geen twee' zo makkelijk te checken is. Dit is een anker dat ik onbeperkt kan uitgooien en mij steeds terugbrengt in een levendig en vreugdevol geheel. Bij iedere check is het alsof ik in iets betrouwbaars val. Een iets dat in eerste instantie een enorme ruimte lijkt te hebben maar bij een verdere check dimensieloos en leeg blijkt te zijn. Het voelt alsof alles wat ik meemaak hierin zit. 

 

33. Er doorheen kijken

13-8-2020

 

Ik zat vanochtend te dagdromen en merkte op een gegeven moment dat er iets opkwam. Ik herkende dit als het begin van een zelfbeschouwing. Ik was bezig om me voor te stellen hoe anderen over mij zouden denken en voelde dat er kritiek zou opkomen. Een kritische conclusie in de zin van; er mag nog wel heel wat verbeterd worden lag op de loer om zijn intrede te doen. Met op een gegeven moment een onrustig gevoel, een aansporing om iets te doen. Op hetzelfde moment werd het me helemaal duidelijk; dit is niet echt. Dit bestaat niet, anders dan als opkomende gedachtenreeks. En deze gedachtenreeks is niet geloofwaardig. Het is een mentale constructie zonder enig fundament. Ik keek er dwars doorheen. 

 

Natuurlijk bestaan er anderen in mijn persoonlijke leven die af en toe een opinie over mij hebben. Maar dit is geen continue iets. En op het moment dat deze opinie bij hun opkomt is het ook slechts een gedachte. Er is niets echts aan. Ik herinner me een betoog op sociale media waarin werd gevraagd jezelf voor te stellen bij je eigen begrafenis. Wat zou je dan willen dat anderen over jou zeggen en denken?  De antwoorden op deze vraag zouden dan je levensdoelen moeten zijn. Je levensdoelen afleiden van iets dat niet bestaat. Absurdisme ten top. Een absurdisme waar ik tot nu toe ook onder leed.

 

Voordat het hier beschrevene zich voordeed kwam bij mij de zelfcriticus regelmatig op als iets beklemmends. Een voelbare mix van gedachten en gevoelens,  Een mix van; spijt, teleurstelling, schuldgevoel, verdriet, schaamte en boosheid met bijkomende verhalen. Iets wat tot voor kort op bepaalde momenten een enorme aantrekkingskracht op mij uitoefende en mij af en toe in een negatieve circulaire gedachtengang hield. Soms mild; als een aansporing om praktische zaken af te handelen, Soms beschuldigend en kwellend; je bent gewoon niet goed genoeg. Niet continue optredend maar, zeker in de milde vorm, vaak voorkomend. De criticus was nooit ver weg, zat me vaak op te jutten. Af en toe waarschijnlijk best  terecht als het over praktische dag dagelijkse aangelegenheden ging maar buiten deze aangelegenheden onterecht en totaal niet helpend in mijn leven. 

 

Heel wonderlijk hoe dit werkt en blijft werken. Zien dat iets waar je lange tijd onder hebt geleden niet bestaat is bevrijding. Het is prima om mijn projecties over hoe anderen over mij denken te doorzien en ze geen rol meer te laten spelen. Natuurlijk is dit geen vrijbrief om egoïstisch brokken te maken in de omgang met anderen. Als ik dat wel zou doen, is er hoogst waarschijnlijk iets anders aan de hand dat licht behoeft. 

 

'Er doorheen kijken' komt in zekere zin natuurlijk neer op het niet geloven in een bepaalde gedachtenreeks. Toch spreekt het advies om niet in je gedachten te geloven mij niet aan. Dit legt de nadruk op 'niet'. Het is nihilistisch. Er is geen verwijzing naar 'Dat' wat er wel is. Zien gaat verder dan 'niet in je gedachten geloven'. Niet in je gedachten geloven is een onderdeel maar er is meer. De conclusie dat een bepaalde mix van gevoelens en gedachten niet in werkelijkheid bestaat kan alleen maar opkomen als er besef van echtheid is. Blijkbaar is er iets anders dat meer echt is. Een iets of niet-iets, hoe je het maar wilt noemen, dat geen mentale constructie is. Als het dat wel zou zijn was het herkend als onecht. Vrijheid zit in de herkenning van 'Dat' wat echt is. Een ondergrond die niet direct waarneembaar is maar wel te herkennen op het moment dat er een onderbreking in mijn gedachtengang is. 

 

32. De breuk met een deel van mijn verleden

10-8-2020

 

Afgelopen vrijdagochtend zat ik, net na het wakker worden, een moment voor me uit te kijken, en ik zie een innerlijke opening opkomen die vergezeld gaat met een sterk gevoel van expansie. Ik herinner me enkele soortgelijke ervaringen uit het verleden. De breuk met een deel van mijn verleden zit er in dat ik vrijdagochtend onmiddellijk zag dat deze staat een object was. En het is mij meteen duidelijk dat het zien dat deze verleidelijke staat een object is, dit moment, enorm behulpzaam is bij mijn training. Er komt iets op als: ja dit!

 

Ik zie nu dat ik op mijn spirituele leerweg de eerste 20 jaar een pad heb bewandeld waarbij ik in volledige verwarring was als het gaat om  interpreteren van de staat die ik hierboven heb beschreven. Het lijkt er voor mij op dat de leerwegen die ik heb gevolgd voordat ik begon aan de training in Advaita de hier genoemde staat, wellicht onbewust, als een zeker doel hadden gesteld. Daarbij was het daar dan de bedoeling dat deze staat zou voortduren. Soort van verlichtingservaring. 

 

Ik herinner me vele momenten met vergelijkbare ervaringen en herinner me ook dat de bijzondere staat altijd tot een einde kwam waarna alles weer zoals voorheen werd. Meestal ging dat gepaard met een gevoel van verlies. Dit heb ik deze keer niet. Ik kijk terug op een iets wat mij dierbaar is. De ervaring van expansie is mooi, het is een prettige staat. Er zit een ogenschijnlijke uitnodiging in het aan de persoon te koppelen, om het te zien als iets dat mij als persoon overkomt, Iets dat mij als persoon bijzonder maakt. Het zien dat deze staat een object is zoals alle andere objecten komt neer op niet ingaan op deze uitnodiging. Ik denk dat dit er voor zorgde dat ik geen gevoel van verlies had toen deze 'mooie vrijdagmorgen staat' ook weer voorbij was. Ik merk dat ik geen verlangen naar deze staat heb overgehouden. Het was prima maar betrof niet de kern. Ik waardeer dat ik deze staat mocht ervaren maar ik waardeer nog meer dat ik zag dat deze staat een verzameling gevoelsobjecten is. Dat staat voor mij als een paal boven water. 

 

31. De training toestaan 

29-3-2020

 

Aankomende dinsdag is het drie weken geleden dat ik een telefoontje kreeg van één van mijn opdrachtgevers waarin werd verteld dat al mijn geplande werkzaamheden waren komen te vervallen. Sindsdien zijn we wereldwijd in een crisis terecht gekomen van ongekende proporties. Ik merk op dat gedachtengangen over deze crisis een steeds krachtigere aanzuigende werking hebben.

 

Tot nu toe richtte ik van tijd tot tijd mijn aandacht op praktische details van de crisis. Bijvoorbeeld om in te kunnen schatten hoe ik mijn ouders in hun verzorgingstehuizen zou kunnen blijven ondersteunen. Ik heb foto's opgestuurd naar mijn vader en breng boodschappen voor mijn moeder tot aan de deur van haar tehuis. Natuurlijk kwamen er op bepaalde tijden gedachten over de crisis op. Bijvoorbeeld bij het kijken naar de dagelijkse update op televisie. Maar af en toe ook onverwachts tusendoor, bijvoorbeeld als er een berichtje over mijn ouders kwam of gewoon spontaan. Tot nu toe hadden deze gedachten over de crisis een kortstondig karakter. Er kwamen geen gedachtengangen op met een 'hoe straks?' karakter. 

 

Vanochtend merkte ik een nieuwe stroom van gedachten op die een veel krachtigere uitnodiging tot binnengaan hadden. Ik werd even een minuut meegenomen. Totdat ik zag dat er een gedachtenstroom gaande was. Ik stelde mijzelf de vraag: wat is nu leidend? het herkennen van een gedachtenstroom en weer terugkeren tot aanwezigheid of het binnengaan van deze gedachtenstroom. Ik bemerkte hierbij iets op dat mij raakt. 

 

Wat ik opmerkte heeft te maken met het serieus mogen nemen van hetgeen ik de afgelopen dagen heb beschreven. Er lijkt een onderdeel een rol te spelen dat iets te maken heeft met toestemming. Een conversatie met een commentaarstem. Deze commentaarstem heeft een logische toon en een zekere vanzelfsprekendheid. Ik kan het niet zo precies waarnemen in de gedachtengangen maar de energie van de inhoud lijkt iets te zeggen als: zie je niet hoe erg het is? besef je wel hoe erg het straks kan zijn? hoe zo hou jij je nu bezig met terugkeren naar aanwezigheid? wie zit daar nu op te wachten? de wereld staat in de brand. Zodra ik dit opmerk zie ik dat er vanuit een loyaliteit aan mij getrokken wordt om de inhoud van het dagelijkse nieuws binnen te gaan en hierin te blijven ronddenken. Het is alsof het eigenlijk niet is toegestaan om de type blogs te schrijven die ik schrijf. En zelfcriticus die het niet kan uitstaan dat ik niet vastgekleefd zit aan gedachtengangen over de crisis.

 

Ik realiseer me dat dit fenomeen al veel vaker een rol moet hebben gespeeld. Volgens mij heeft deze crisis dit fenomeen versterkt, wellicht dat het daardoor zo zichtbaar is geworden. Niet eerder zag ik dit zo duidelijk. Nu ik dit opmerk zie ik een zekere vastbeslotenheid opkomen. Aanwezigheid is nooit veranderd. Het is altijd hetzelfde gebleven. Het fundament brokkelt nooit af en blijft mijn richtpunt. Tegelijkertijd blijf ik mij zoals voorheen informeren over de situatie. Ik wend mij niet af van de wereld maar blijf ook niet vastgekleefd aan gedachtengangen over deze wereld. 

 

Ik voel compassie. Het kan bijna niet anders dan dat heel veel mensen momenteel intens zorgelijke gedachten hebben waar ze nauwelijks aan ontkomen. Ik zou willen dat ik iedereen kracht zou kunnen geven om deze intensiteit uit te zitten en hoop dat iedereen de optredende momenten van aanwezigheid herkent, onderbrekingen van gedachtenstromen waardeert en hierdoor ook momenten van vrede, levendigheid en vrijheid ervaart.

 

30. Luisteren

26-3-2020

 

Vanmiddag ontving ik per Email een berichtje van mijn leraar met de volgende tekst:

 

LUISTEREN


Als je nu luistert, beste vrienden,
luistert naar Dat wat jou nu in staat stelt
om mee te maken,
louter mee te maken,
dan kun je waarschijnlijk gemakkelijk opmerken
dat dit eigenlijk heel bijzonder is –
waarschijnlijk ook dat dit nét grootser is
en groter en vooral werkelijker
dan de trilling of beroering of beklemming
die vol suggestieve associaties is die
(vanwege berichten over gevaar)
kunnen opduiken en je innerlijk kunnen meesleuren.
Inderdaad, deze tijd is verschoond
van enige zekerheid of geruststelling.
Deze tijd lijkt wel ‘rauw’ te zijn,
vlakbij (ondanks de fysieke afstand),
maar dat is misschien juist een gelegenheid
om iets directer in contact te komen met
Dat wat je werkelijk bent.
Wat ik met luisteren bedoel is een luisteren
naar het meest echte, werkelijke dat jij bent.
‘Je ware natuur’ noem ik het vaak,
maar elke uitdrukking kan snel een cliché worden,
waardoor je niet meer komt tot
het luisteren ernaar.
Het luisteren waar ik het over heb is niet
het luisteren naar een ander, of naar een herinnering
of een ‘troost’.
Ik bedoel luisteren naar Jezelf,
naar Dat wat werkelijk van binnenuit
jou constant licht verschaft,
wat constant, continu, huidig, kennen mogelijk maakt,
geheel voorafgaand aan enige invulling van dat kennen.
‘Kennen’ is voor velen een raar woord,
heb ik wel eens gemerkt.
‘Meemaken’ klinkt veel gewoner.

Ik bedoel met beide termen eigenlijk precies hetzelfde.
Beide woorden duiden Dat aan wat
‘het wezen van het wezen’ is,
‘de essentie van de essentie’.
De taal houdt hier op, omdat juist het
‘meemaken’ oftewel ‘kennen’
er eerst moet zijn voordat je één woord kunt noemen.
Kennen oftewel meemaken heeft niets koels hoor.
Soms beluister ik wel eens iets waarin
een snakken doorklinkt naar andere termen.
‘Het hart’, ‘liefde’, ‘mededogen’ enzovoort.
Zodra je echt luistert naar Dat wat jou
doet kennen, wat voor jou elk meemaken
mogelijk maakt, zul je wellicht tranen voelen opwellen,

zul je geraakt worden door het
ongelooflijk grootse, het onpeilbare geschenk
van Licht en Liefde dat binnenin
dit ‘doodnormale meemaken’ vervat zit.
De grootsheid van je eigen vermogen tot kennen, ja,

Kennen-op-zich,
dat is zo onmetelijk groots, en zo
ongelooflijk zacht en lieflijk!
Als je nu luistert,
naar Dat wat ‘dit’ zo echt maakt, zo werkelijk,
dan kun je meteen zien, of voelen,
dat ook ‘dit’ (dwz. zonder enige invulling van ‘dit’,
dus nog geen sprake van bijvoorbeeld beklemming)
eigenlijk nog niet verschilt van
Dat wat dit zo echt maakt, zo werkelijk.
Je kunt niet roepen: ‘Wees niet bang!’
Nee natuurlijk niet. Die trilling was al opgekomen
voordat je op het idee kwam om iets te roepen
als poging om dit te bedwingen.
Vandaar mijn uitnodiging om te zien
wat Dat is wat al voorafging aan die trilling.
Wat is Dat wat dit allemaal kent, ziet, meemaakt?
Wees gezegend in Dat,
in Dat wat je bent,
Philip

 

Het bericht sluit wat mij betreft mooi aan bij mijn voorgaande berichten, gaat een stap verder. Een stap die ik al enige tijd aan het verkennen ben. Luisteren of kijken naar datgene dat aanwezigheid mogelijk maakt. Ik herken het tijdens mijn wandelingen aan de levendigheid die het met zich meebrengt.   

 

Vanochtend, voordat ik het bovenstaande bericht had gezien werd me ineens duidelijk hoe mild en levendig aanwezigheid is. En hoe fundamenteel. Met een stap verder gaan bedoel ik dat ik tot nu toe de focus had op mijn mentale proces en de afwezigheid daarvan waarnam en ondanks de gevoelde levendigheid niet verder inzoomde op wat aanwezigheid dan is of waar het vandaan komt. Ik kan niet zeggen dat ik door bovengenoemde tekst in staat ben om aanwezigheid waar te nemen maar ik zie ineens dat mijn focus nog verder naar de kern kan.

 

Tot nu toe had ik de focus op gedachtengangen en de afwezigheid ervan zag ik als een kort durende onderbreking. Het ging mij tot nu toe vooral om het waarnemen van de al of niet aanwezigheid van gedachtengangen. Via een gerichtheid op de afwezigheid van gedachtengangen was ik toch gericht op gedachtengangen. Ik had ook steeds de verwachting dat er een nieuwe gedachtengang zou opkomen. 

 

Ik zie nu dat een andere gerichtheid mogelijk is. De gerichtheid op datgene dat aanwezigheid mogelijk maakt. Datgene lijkt mij niet te vatten in een woord. Bewustzijn lijkt misschien het meest passende maar er is eigenlijk gewoon geen woord voor. Het is een mysterie. Het is niet niets want het zorgt voor helderheid en vrijheid. Maar het is ook niet iets, mijn zintuigen merken het niet op. Het is geen object. 

 

Dit laat me zien dat hier geen logica meer is. Gericht zijn op iets wat je niet kunt waarnemen. Voor iemand die vanuit de gebruikelijke logica redeneert is dit absurdisme. Logica zoals in de gebruikelijke zin houdt op maar voor mij voelt het uiterst logisch. Overgave aan natuurlijkheid. Mijn mentale apparaat heeft niet langer continue een leidende rol. Het 'Wat nu?' zonder antwoord.

 

29. Vaker wandelen

25-3-2020

 

Ik ben vanmiddag gaan wandelen zoals in het vorige blog beschreven en merkte tot mijn verbazing dat de momenten van aanwezigheid veel langer duurden dan een paar dagen geleden. Waar ik eerder om de vijf of tien meter wandelen merkte dat ik weer aan een gedachtengang zat vastgekleefd kon ik nu meerdere keren vijftig of honderd meter wandelen in aanwezigheid. Gedachtengangen kwamen het eerste half uur weinig op en duurden als ze opkwamen relatief kort. Vanuit mijn ervaringen tijdens de vorige wandelingen verwachtte ik dat ik om de vijf of tien meter wandelen weer aan een gedachtengang vastgekleefd zou zitten maar dat was dus niet het geval. Hierdoor kreeg ik oog voor aanwezigheid en ik merkte dat ook tijdens aanwezigheid het mentale gedeelte gewoon doorgaat, alleen op een andere manier.

 

Tijdens het wandelen in aanwezigheid zie ik van alles. Alles wat ik zie is als een klein flitsje, een foto en verdwijnt na het opkomen weer heel snel. Er ontstaat wel iets wat in mijn geheugen later te traceren zal zijn maar ik besteed er geen aandacht aan. De mentale activiteit is heel primair, op de directe waarnemingen gericht, zonder datgene wat wordt waargenomen 'binnen te gaan'. Er ontstaan geen innerlijke conversaties over de kracht van de zon of de kleur van het gras. Ik neem deze dingen waar en 'thats it'. 

 

Na een half uur wandelen beginnen er ineens veel meer en veel vaker verhalen op te komen waar ik mentaal aan vastgekleefd zit. Ze worden steeds onderbroken door momenten van aanwezigheid die korter duren, minder wandelmeters, dan in het eerste half uur. Het ging eigenlijk gewoon weer zo als ik in eerste instantie had verwacht. Af en toe zie ik ook een commentaarstem opkomen die zegt dat het saai is. 

 

Deze manier van wandelen is een training in het waarnemen van gedachtengangen die er voor zorgt dat ik vaak terugkeer tot aanwezigheid. Steeds terug naar 'ik ben er' zonder in te gaan op dat wat er na kan komen. Door het commitment aan deze oefening tijdens het wandelen kom ik in mijn geval heel terecht in aanwezigheid. Gedachtengangen worden hierdoor heel vaak onderbroken.

 

Volgens mij kan dit een enorme hulp zijn als het gaat om zinvol het benaderen van angst. De huidige situatie heeft bij mij, net als bij vele anderen, het gevolg dat ik geen inkomen heb. Voor mij hoogbejaarde ouders is deze situatie levensgevaarlijk. Toch ken ik geen gevoel van angst. Tot op het diepste niveau voel ik dat. Dit heeft niets te maken met vertrouwen. Ik besef me heel goed dat het mogelijk is dat mijn ouders iets overkomt en dat ik, net als vele anderen, in een lastige situatie met betrekking tot financieel overleven kan komen. Het is niet dat ik een zonnige toekomst zie waardoor angst niet nodig is. Er is komt gewoon geen angst op. 

 

Ik zie af en toe aanzetten tot sombere gedachtengangen over de toekomst maar ik zie bij iedere gedachtengang dat dit een variatie op een bekend thema is. Ik vind ze niet zo interessant waardoor ze verdwijnen. Tegelijkertijd volg ik het nieuws rond de situatie op hoofdlijnen en zoom ik in op zaken die van belang zijn zoals de situatie met mijn ouders. Ik ben in de wereld maar niet in mijn gedachten. 

 

28. Eindelijk weer wandelen in de zon

19-3-2020

 

Het is nu de tijd van het jaar waarbij er voor het eerst sinds de winter zonnige dagen met blauwe luchten zijn. De natuur wordt weer wakker. Heerlijke dagen om te wandelen. Ik ben daarbij tot een spel gekomen waarin ik probeer om tijdens het wandelen zo dicht mogelijk bij de werkelijkheid te blijven. Het komt er op neer dat ik kijk naar optredende mentale processen en zodra mogelijk terugkeer naar een situatie zonder noemenswaardig mentaal proces. Wandelen zonder 'dagdromen'. 

 

Ik beoefen dit nu regelmatig en heb tijdens mijn wandelingen tal van ontdekkingen gedaan die ik fascinerend vind. Zo heb ik gemerkt dat er niet continue een mentaal proces gaande is. Er zitten regelmatig 'gaten' in de gedachtenstroom. Doorgaans duren ze kort maar ze zijn er. Ook heb ik gemerkt dat het gegrepen worden door een mentaal proces in een fractie van een seconde gebeurt. Ik zit regelmatig tientallen seconden en soms wel minuten vastgekleefd aan een gedachtenstroom die ik niet heb zien opkomen. En af en toe zie ik een gedachtenstroom opkomen die meteen verdwijnt als een sneeuwvlok op een hete kachel. 

 

Mijn wandeltempo ligt tijdens dit spel doorgaans behoorlijk laag. Ik loop 5 meter zonder mentaal proces en 15 meter verder heb ik door dat ik de afgelopen meters in gedachten verzonken was en ben ik weer terug naar aanwezigheid om vervolgens 10 meter verder weer te merken dat ik in gedachten verzonken was. En zo gaat het maar door. Af en toe schiet ik in de lach als ik zie hoe ongelofelijk krachtig en hardnekkig het mechanisme van het aan de haak raken is. Ik heb nog niet eerder in deze mate de kracht en snelheid ervan opgemerkt.

 

Ik zie in retrospectief dat eerste twee keer dat ik dit spel beoefende er een voorkeur was voor het zijn zonder mentaal proces. Gedachtenstromen keurde ik subtiel af. Ik zag ze het liefst niet aanwezig. Na de tweede keer wandelen zag ik dat dit een aanzet tot een verwijderpoging betrof. Een nieuw, uiterst subtiel, mentaal proces. Ik zag dat mijn gevoelsmatige instelling van voorkeur en afkeur de aanzet gaf tot een commentaarstem. Dit voelde moeizaam, het was alsof ik tegen mezelf zei dat ik vele kilometers zou moeten kunnen wandelen zonder dat er gedachten zouden opkomen. Daarbij was het ook weer niet zo dat ik hieronder leed. De wandelingen waren prachtig maar er bleef een subtiel gevoel van spanning bestaan. 

 

Ondertussen vind ik het achteraf zien van een gedachtenstroom, het ogenschijnlijk onzichtbare opkomen en de verdwijning ervan, even mooi als de momenten waarbij er geen mentaal proces gaande is. Het is af en toe nog even wennen maar ik zie nu dat het onzinnig is om een afkeur te hebben van een gedachtengang. Deze afkeur is niets anders dan het effect van de commentaarstem. Dit behoeft niet gevoed te worden. De schoonheid zit voor mij nu in het zien van alles wat er gebeurt.

 

Wat mij op dit moment de meeste indruk heeft gemaakt is de snelheid, kracht en ogenschijnlijke onzichtbaarheid van de gedachtengangen die mij, zonder dat ik het door heb, vastpakken en meenemen. Gedachtengangen hebben net als magneten een onzichtbare kracht die razendsnel werkt. Ik krijg steeds meer plezier in het spel van steeds dit gegeven zien zonder een afkeur of voorkeur te hebben. 

 

Ik herinner me een Indiase meditatie-guru die zei dat de enige reden voor meditatie 'to enjoy' was. Dit is waarschijnlijk niet zijn volledige instructie maar deze uitspraak bevat volgens mij een belangrijke kern; het gaat niet om het hanteren van een agenda, het gaat niet om ingrijpen er is geen afkeur of voorkeur. Natuurlijk zit ik op het moment dat ik aan de haak zit van een gedachtenstroom vast aan die gedachtenstroom, dan is er geen vrijheid. Dit is niet waar het mij om gaat. Vrijheid zit zeker niet in het continue aangehaakt zijn aan gedachtenstromen. Er is iets anders, een andere 'stand' die tijdloos en vrij is en mij niet naar verleden of toekomst trekt. Daar gaat het mij wel om. Maar het is niet handig om tijdens het spel een afkeur of voorkeur te hebben heb ik gemerkt, dit triggert de innerlijke commentaarstem. 

 

Ondertussen lijkt het zo dat dit spel het steeds vaker bij me overneemt. Het dagelijkse leven is nu mijn spel, ik 'wandel' de hele dag. Tientallen zo niet honderden keren per dag keren per dag zie ik een gedachtengang en keer ik terug naar aanwezigheid zonder deze gedachten. Het is voor mij interessant en maakt de dag levendig. Het waarnemen van dit mechanisme is voor mij interessanter dan de inhoud van al de opkomende gedachten. Als ik met enige afstand hiernaar kijk en me afvraag; verveelt dit niet? merk ik dat dit niet het geval is. Het is het steeds terugkeren naar hetgeen het meest levendige is. Dit verveelt niet. Gedachtenstromen zijn allemaal variaties op bekende thema's. Ze missen levendigheid. Het terugkeren naar de 'stand' van 'Ik-Ben er' zorgt voor levendigheid en blijft interessant. Er is een herkenning van, en een voorkeur voor, levendigheid ontstaan zonder afkeur of voorkeur voor datgene wat net iets minder levendig is.

 

27. Hoe de training mijn praktische leven raakt; het verschil tussen emotie en compassie

26-2-2020

 

Recent had ik mijn vader aan de telefoon die vertelde dat hij het bericht van een arts had gekregen dat hij na 17 jaar uitbehandeld is voor zijn ziekte. Voor het eerst in mijn leven ben ik nauw betrokken bij iemands aanstaande overlijden. Deze gebeurtenis zet mij af en toe aan tot reflectie. Vanochtend herinnerde ik het overlijden van een vriendin, een leeftijdgenoor, circa vijf jaar geleden. Ik probeerde me te verplaatsen in mijn vriend, haar partner. Ik probeerde mij de emoties van deze vriend voor te stellen ten tijde van het overlijdensproces van zijn vriendin; wat zou er door hem heen zijn gegaan? Op het moment dat ik me zijn emoties probeer voor te stellen merk ik dat het niet lukt om contact te maken met iets emotioneels. Ik zie niets voorbijkomen dat echt is. Er is niets dat interessant genoeg is om mentaal op in te haken. 

 

Als ik dit tot me door laat dringen schieten er allerlei gedachten door me heen. Er is een gedachte die zegt dat ik vanwege het niet in staat zijn om een emotie op te roepen en hier in te blijven rondgaan mijn menselijkheid ben kwijtgeraakt. Mee lijden is mijn beleving in ons sociale leven een gewaardeerde kwaliteit. Als je dit niet hebt dan mis je toch iets, Volgens mij bestaat er een onbewuste sociale norm die zegt dat je (af en toe) emotioneel moet inhaken op situaties anders ben je een koude kikker, sociaal niet erg aantrekkelijk. Eigenlijk is deze sociale norm een verbod op helderheid. Ik zie ook dat deze norm af en toe bij mij opkomt als commentaarstem. 

 

Ik zie ook dat het niet blijft bij het niet emotioneel inhaken op de hierboven beschreven gedachtengang. Er is een besef van niet-weten onstaan als het gaat om het overlijdensproces waarbij voor niemand regels van goed of slecht, intelligent of onintelligent gelden. Dit gaat gepaard met een mild gevoel van betrokkenheid naar het proces dat mijn vriend moet hebben meegemaakt. Het kan niet anders dan dat hij geconfronteerd is geweest met moeilijke emoties en gedachten en hier een weg in heeft moeten vinden. De betrokkenheid die ik voel betreft dit proces. 

 

Hoe ga je in zo'n situatie als waar mijn vriend in zat, om met het mentale? en hoe doe je dat in het geval van mijn vader? Ik kan me geen intensere en echtere confrontatie met gedachten en emoties voorstellen. Deze verbinding met het proces van de ander komt niet vanuit een emotie maar er is wel een gevoel bij. Ik voel compassie voor degenen die dit proces doormaken. 

 

In deze blogpost ga ik eigenlijk voor het eerst dieper in op hoe de training mijn praktische leven raakt. Ik ben blij om te zien dat het niet inhaken op onechte (op dat moment niet op mij van toepassing zijnde) emoties niet betekent dat ik afgehaakt ben op anderen. De herontdekking van compassie.

 

Niet eerder werd mij zo duidelijk dat compassie de verbinding met de wereld is. Bewustzijn heeft nog geen compassie maar op het moment dat de wereld opkomt ontstaat het. De objectivering van liefde. Bij het verder inzoomen op compassie merk ik dat het volledig inclusief is. Vanuit compassie voelende en denkende lukt het me niet om onderscheid te maken tussen personen. Ik heb compassie voor de draaideur crimineel die ik laatst op televisie zag en ik heb compassie voor mijn vader. Op het moment dat ik aan mijn vader denk is compassie tegelijkertijd persoonlijk en onpersoonlijk. Persoonlijk omdat het op hem betrokken is. Onpersoonlijk omdat het veel weidser is dan enkel de betrokkenheid op de persoon van mijn vader. Compassie voelt ondanks het persoonlijke wat er bij komt weids en inclusief, het is uiteindelijk iets onpersoonlijks. 

 

De persoonlijke kant van compassie kent op bepaalde momenten objecten. De onpersoonlijke kant van compassie heeft die niet of nauwelijks. Deze onpersoonlijke kant ervaar ik als iets dat vergelijkbaar is met mijn geweten. Het is een mildheid tegenover iedereen. Een continue als mogelijkheid aanwezige kwaliteit die opkomt bij het ontmoeten van anderen. 

 

26. Ego; de wil om te winnen 

27-1-2020

 

Afgelopen zaterdag woonde ik een satsang bij waarbij we als groep een geleide oefening ondergingen in het herkennen van dat wat vooraf gaat aan alles. Als vrij snel zag ik gedachten voorbij komen die ook weer verdwenen. Fascinerend... goh.. ik herinner me dat er daarjuist er nog een herinnering of gedachte was en ik zie dat deze herinnering verdween en vervolgens kwam er weer een volgende. En zo gaat het maar door. Helder zicht op mijn mentale gebeuren.

 

Bij de waarneming van dit gebeuren speelt mijn geheugen ook een rol. Ik zie herinneringen of gedachtenreeksen verschijnen, sommigen zonder krachtige uitnodiging om er een interactie mee aan te gaan, anderen juist zeer krachtig uitnodigend. Op het moment dat een bepaalde herinnering niet meer echt herkenbaar aanwezig is kan ik nog wel me vaag herinneren dat deze herinnering er was. De inhoud van de herinnering ben ik vergeten maar ik herinner me dus nog wel dat er een herinnering, een gedachtenreeks, was. Daarom kan ik dit hier ook rapporteren. Het observeren van dit gebeuren als een doorlopend proces van; object, object, object zonder te interacteren met de objecten geeft een gevoel van ruimte, vrijheid. Niks doen, laat het maar gaan zo als het gaat. 

 

Het valt me vooral op dat sommige gedachtenreeksen of herinneringen krachtiger zijn als het gaat om de uitnodiging om er een interactie mee aan te gaan dan anderen. Dat zijn gedachtenreeksen die ik onprettig vind. Gedachtenreeksen waarbij ik een strijd wil aan gaan. Het is alsof deze veel meer 'magnetisme' (aantrekkingskracht voor wat betreft interactie aangaan) hebben dan de andere. Prettige herinneringen hebben vrij weinig magnetisme ze komen en gaan zonder veel indruk te maken. Leuk maar ook niet meer dan dat. 

 

Bij onprettige gedachtenreeksen of herinneringen voel ik een onprettig iets en zie ik mijn neiging om de strijd aan te gaan met een denkbeeldige andere partij. Het heeft een zeker magnetisme dat me in de richting van de opgekomen gedachtenreeks meeneemt. Ik wil dan winnen. Eigenlijk gewoon de andere partij de schedel inslaan. Natuurlijk niet letterlijk, zoiets doen we tegenwoordig met slimme argumenten. Maar toch.

 

Ik zie ook dat als ik de interactie met de niet-prettige gedachtenreeks aan ga, de herinnering er aan krachtiger wordt. Ik zie ook de neiging tot vechten hierbij. Het is alsof het ervaringseffect van; object, object, object waarbij objecten elkaar opvolgen wordt doorbroken en er twee objecten tegelijkertijd aanwezig zijn; de onprettige gedachtenreeks en de prettig aanvoelende aanzet tot het gevecht aan gaan, het zoeken naar tegen-argumenten. Alsof beiden aan elkaar gekleefd zitten. 

 

Ik zou me kunnen voorstellen dat deze impuls een evolutionair doorgegeven overlevingsmechanisme is dat is geinternaliseerd. Als je een lid van een vijandige stam ziet aankomen bekruipt je een onheilspellend gevoel, dan kun je het beste maar meteen naar je knuppel grijpen. 

 

Ik ben me er niet echt bewust van maar ik zou me kunnen voorstellen dat het onheilspellende gevoel de impuls is om te gaan vechten. Dan zou je dus kunnen zeggen dat je in je streven naar geluk (in dit geval: af zijn van het onheilspelllende gevoel) je naar de denkbeeldige knuppel doet grijpen. Je denkt dat winnen je gelukkig maakt. 

 

Als ik hier later over nadenk schiet ik in de lach. Wat een grap. Er komt een gedachtenreeks op die niet prettig is. Ik zou liever hebben dat deze gedachtenreeks niet zou opkomen maar daar kan ik niets aan doen. Eigenlijk zou ik er het liefste vanaf zijn. Vervolgens denk ik dat ik gelukkig ga worden door een strijd aan te gaan met deze gedachtenreeks waardoor ik er juist verder in wordt getrokken. 

 

Het bovenstaande lijkt mij een mooie omschrijving van het begrip Ego. De wil om te winnen die als motor werkt als het gaat om vastgekleefd raken aan gedachten, Ego kun je volgens mij beschrijven als het mechanisme van: 'willen-winnen'. Het gaat om zicht op dit mechanisme op het moment dat het zich voor doet. Wil je de door de wil om te winnen op gang gebrachte energiestroom onderbreken? Of wil je gewoon blijven vechten, winnaar proberen te worden?

 

Bij het beschrijven van bovenstaande ervaringen valt het me op dat het heel plausibel lijkt om dit mechanisme te plaatsen in het gebied van interactie tussen mensen. Er bestaat een term 'geweldloze communicatie' die volgens mij duidt op communiceren zonder strijd. Valt iets voor te zeggen natuurlijk, De aanwijzingen vanuit deze gedachtengang bestaan dan uit gedragsadviezen. Wat moet je vooral niet zo zeggen. Zonder zicht op Ego wordt dit natuurlijk alleen maar een genieperige manier van communiceren om te winnen. Maximaal scherpslijpen van je communicatieve gereedschap. 

 

Ik denk dat het een verwisselen van niveau's is als je Ego betrekt in de interactie tussen mensen. Helemaal als je het in deze interactie betrekt op de ander. Dan laat je zien dat je wilt winnen. Door de ander te verbieden te willen winnen win jij dan de strijd.

 

Het is al lastig genoeg om in je eigen interne mentale proces, zonder dat er een ander bij betrokken is, het strijdelement te herkennen. Focus je daar op. Als je zonder zicht op je wil om te winnen gaat sleutelen aan je gedrag in een interactie wordt je alleen maar behendiger in het vechten. Dan vecht je gewoon door op een subtielere manier. 

 

Ik zie ook geen fundamenteel probleem als het gaat om strijd. Onlangs heb ik nog gestreden om een onterechte betaling teruggestort te krijgen, dat lukte. Ik mag nog steeds mijn recht in de wereld halen. Ik mag ook uitdrukken wat ik wil, ongeacht of het een uiting van strijdlust is of juist geweldloos. Het gaat volgens mij niet om een gedragsvoorschrift dat strijd verbied. 

 

25. Als de commentaarstem wordt waargenomen

28-11-2019

 

Sinds een week komt er steeds een 'reminder' op om de optredende commentaarstem waar te nemen. Deze 'reminder' komt steeds vanzelf. Als die 'reminder' er is ontwaar ik een zekere vertragende beweging, een stilvallen. Ik zie de commentaarstem en deze dooft. De 'reminder' lijkt me een innerlijke commentaarstem die zegt: zie de aanwezige -andere- commentaarstem. Als dat gebeurt valt er iets open. Het is alsof een, met enige focus waarneembare energetische kern, uiteenvalt. Het voelt steeds als een open vallen van iets wat beklemde. Dan valt ook de commentaarstem die de reminder bracht weg. De 'reminder -commentaarstem' brengt zichzelf ten einde. De kern verdwijnt. 

 

Het bijna voortdurend automatisch opkomen van deze 'reminders' ervaar ik als een enorme hulp. Het beste kado dat ik ooit heb gehad. Ik ben al enkele dagen lang af en toe onder de indruk van dit gebeuren. 

 

Ik kan ook genieten van periodes waarin ik, aangezet door een innerlijke commentaarstem die me opdraagt dingen te doen, aan de slag ga met praktische ideeen. Ik denk ook dat bij creativiteit die stem een rol kan spelen. Mijn computer aanzetten en het schrijven van dit blog was in eerste instantie ook in opdracht van een commentaarstem. Toch blijkt me iedere keer, achteraf, dat er ondanks het leuke deel er ook een zeker ongemak was. Tijdens het schrijven van dit blog kon ik zeker twintig keer een kern zien die steeds openviel bij het zien ervan. Dat openvallen houdt alles fris. En is misschien ook wel wat saai en droog. Maar wel prettiger.

 

24. Objecten en de innerlijke commentaarstem

 

Ik realiseer me hoe de typische Advaita-term 'object' mij helpt. Sinds enige tijd heeft het gebruik van dit woord voor mij een extra betekenis gekregen die ik eerder niet zag. Tot voor kort was 'object' een term die enkel gedachten, gevoelens, en alle andere waarnemingen op de kortst mogelijke manier beschrijft. De nieuwe betekenis zit in de egaliserende functie die dit begrip bij mij heeft. Als je kijkt naar gedachten-reeksen, gevoelens en alles wat je waarneemt als zijnde losse objecten heeft dit een egaliserende werking. Als je ieder keer ziet: object, object, object en geen enkel object boven of onder een ander object plaatst of verbindt met een ander object dan wordt de innerlijke commentaarstem ook een object tussen de objecten. 

Bij mij geldt dat de innerlijke commentaarstem het object is dat het lastigste valt waar te nemen. En volgens mij ook het meest verwarrende aspect in mijn psyche. De aanhoudende drang om alles te becommentariëren. In retrospectief kan ik zien dat mijn innerlijke commentaarstem steeds aanwezig is geweest en gedurende mijn leven een andere boodschap heeft gekregen. Momenteel heeft de innerlijke commentaarstem vaak een Advaita-karakter.

Ik besef me dat de innerlijke commentaarstem uiteindelijk een object tussen de andere objecten is. Dat ik beter af ben zonder. Maar op het moment dat de innerlijke commentaarstem aanwezig is, als ik in conversatie met mijn gedachten ben, kan ik daar weinig aan doen. Omdat de aangereikte inzichten vanuit Advaita in mijn ervaring het meest effectief zijn om te komen tot Zien lijkt mij een innerlijke commentaarstem gevoed door Advaita daarom de beste 'second-best option'. Met 'second best option' doe ik dit in zekere zin tekort. Niet-nadenken is niet beter dan nadenken. Het zit in vrijheid. Vrijheid is wel beter dan onvrijheid. Met 'second best option' bedoel ik hier dat het second best is omdat ik niet vrij ben van mijn commentaarstem. Dat ik, zonder het te zien, uit onvrijheid, er mee converseer. 

De beste optie is natuurlijk dat ik de commentaarstem zie als een object tussen alle andere objecten, gelijk aan alle andere objecten. Als dat gebeurt is dat een gift. Zien. Als die gift me op een bepaald moment niet gegeven is ben ik volgens mij het beste af met een commentaarstem gevoed door hetgeen ik in dit blog als training beschrijf.

Natuurlijk kan ik niet zeggen dat Advaitatraining het effect had dat de innerlijke commentaarstem werd gezien als object tussen objecten. Intuïtief voel ik aan dat dit er wel mee te maken had. Als zien niet is gegeven, als doenerschap optreedt, dan is dit wat ik in dit blog beschrijf volgens mij het beste type van doenerschap om te komen tot inzicht. In essentie komt dit neer op mijzelf steeds blijven vragen; wat ben ik? Kijken. 

 

23. Zien, de echte volgorde

22-6-2019

 

Ik loop door mijn huis en merk opeens dat ik een opkomende gedachtenreeks signaleer die niet of nauwelijks vergezeld gaat met een uitnodiging om deze gedachtenreeks binnen te gaan. Ik ga met deze gedachtenreeks waarvan ik me de inhoud niet meer kan herinneren dan ook geen innerlijke conversatie aan. Wonderlijk moment. Ik merk duidelijk dat ik dit niet zelf doe, ik doe überhaupt niets. Ik zie de gedachtenreeks, ik zie een korte en weinig krachtige uitnodiging om toch innerlijk te gaan converseren maar daar wordt, zonder dat het mij aangaat, geen vervolg aan gegeven. Het gebeurt gewoon niet.

 

Direct merk ik een gevoel van vrijheid en liefde op. Ik zie dat al mijn gedachten van de afgelopen uren objecten waren die in zekere zin allemaal hetzelfde zijn. Zorgelijke gedachten over overleven, casual gedachten over praktische zaken, commentaren over mezelf; het zijn allen objecten die opkomen en verdwijnen. Geen enkel object staat boven de andere objecten. Ze zijn allemaal van hetzelfde niveau. Ik voel de vrijheid bij het zien van datgene waarin deze objecten opkomen. Ik zie de juiste volgorde. Vanzelf.

 

Als ik hier een paar dagen later over nadenk vallen me een paar dingen op die voor mij best fundamenteel zijn. Ik herinner me vanuit divers Advaita onderricht het advies: ga de gedachtenreeks niet binnen. Vergelijkbaar met het advies om je IK te laten vallen. Ik heb dit tot nu toe geïnterpreteerd als een tamelijk actief iets. Alsof ik actief iets moest nalaten. Ik zie nu dat het anders werkt. Het is mooi dat ik met de opkomende gedachtenreeks geen innerlijke conversatie aanging. Maar het is niet iets dat ik zelf deed. Het werd me gegeven. Ik kon daar echt niets aan doen. Er zat geen doen bij, het ontbrak aan het enig gevoel daarvan. Ik merkte datgene wat ik hier beschrijf vergezeld ging van het gevoel dat er in de gedachtenreeks niets te halen valt. Ik heb er geen belang bij. Het ging gepaard met een gevoel van; 'ja zal wel, ga ik weer in cirkeltjes ronddenken, laat maar ik heb daar genoeg van'. 

 

22. Aandacht verleggen

 

Ik kom op een website een tekst tegen over Advaita en lees daarbij de uitdrukking; je aandacht verleggen. De uitdrukking raakt me. Opnieuw de kern in één zin. Ik begin er meteen mee te experimenteren. De aandacht verleggen van datgene wat ik waarneem naar datgene wat waarneemt. Tijdens een lange wandeling doe ik dit gedurende enkele uren als oefening. De aandacht verleggen. Honderden keren. Steeds opnieuw. 

 

Een week later zit ik met mijn moeder in een park naar de bomen te kijken en ik begin opnieuw te oefenen. Kijken naar wat waarneemt in plaats van datgene wat ik zie. Op een bepaald moment valt het me op dat alles wat ik zie zijn of haar verhaal begint te verliezen. Als ik vroeger die boom had bekeken had ik waarschijnlijk associaties met andere beelden gehad en hier over nagedacht. Nu is er niets om over na te denken. Waarnemen zonder associaties. Vormen komen op en verdwijnen. Het is alsof ik van foto naar foto spring zonder dat de foto's met elkaar verbonden zijn. Als ik zo blijf kijken dan zie ik dat alle vormen leeg zijn. Ze zijn zonder verhaal. Uiteindelijk leeg. Aandacht gaat naar aandacht en herkent daarbij de vormen als zichzelf.

 

21. Mijn blinde vlek

30/11/2018

Ik heb de afgelopen week twee ontmoetingen gehad met mensen die zich al langere tijd verdiept hadden in spiritualiteit. Bij beide ontmoetingen meldde mijn gesprekspartner na enige tijd, op een moment dat het gesprek een zekere diepgang had bereikt, vooral geïnspireerd te zijn door het feit dat hij zich met alles verbonden weet.

 

Op beide momenten voelde ik direct, intuïtief dat er in hun beleving sprake was van een tweetal. Het was alsof ze over een bijzonder moment spraken waarin 'iets' hadden meegemaakt. Bij beide gelegenheden vroeg ik iets in de trend van: Is verbondenheid niet vooral iets van: het één is met het ander verbonden. Er zijn er dus nog twee? En is de realiteit niet dat er slechts één is?

 

Bij beide gelegenheden kreeg ik het antwoord: ja natuurlijk, dat is wat ik bedoel, maar dit werd verteld op een manier alsof het één hetzelfde is als het ander. Alsof verbondenheid tussen twee hetzelfde is als één. Het is alsof zij door hun gevoel in de richting van: 'ik en het andere' worden geduwd op een moment van expansie. En het lijkt erop dat er op dat moment niet echt de pointe van wat ik heb gezegd doordringt.

Bij de eerste persoon was dat volgens mij omdat hij de dag af en toe doorkomt met de prettige kant van het voelen van verbondenheid. Het gevoel van verbondenheid zorgt voor een gevoel van expansie, en dat is nu eenmaal een prettig gevoel. Waarschijnlijk veel indrukwekkender dan dat een flits van herkenning van Bewustzijn dat is. Bewustzijn is veel gewoner dan de meeste gevoelens dat zijn. Als je er niet op gespitst bent dan ontgaat het je. 

Vrij snel na het voltooien van bovenstaande zinnen werd het me duidelijk: heeh, dit gaat over mij. Eigenlijk is het een archetypisch iets dat ik nu als eerste bij anderen zie maar dat ook voor mij gold en geldt. Een blinde vlek, krijgt licht, wordt bekeken. Ik heb vele jaren een oriëntatie op een gevoel van expansie gehad. Ineens dringt iets tot me door, dat brengt me tot schrijven. Het is alsof ik terugdenk aan een film waar ik in heb gespeeld. Ik begin te begrijpen waarom mijn leerweg zo heeft gelopen. 

Ik spreek uit ervaring als ik vertel dat een eenzijdige gerichtheid op gevoel ertoe kan leiden dat het spirituele pad samenvalt met het gevoel. Ik kan natuurlijk niet voor mijn gesprekspartner spreken maar ik dacht in de periode dat ik zo gevoels-gericht was; bevrijding of verlichting, dat is gewoon dat je jezelf de hele tijd voelt zoals je op momenten van verbinding voelt (dacht ik). Een continue staat waarin je expansie en verbondenheid voelt. Ik weet uit ervaring dat je, zolang dit redelijk prettig verloopt, niet tot een andere benadering bent te verleiden. Bij mij ging op een gegeven moment wel de herhaling van zetten opvallen. Dat was overigens pas na een spirituele reis die toen al 15 jaar duurde.

Wil je datgene wat jij nu belangrijk vindt (expansie voelen) minder belangrijk maken? Wil je datgene wat jij nu nog niet zo belangrijk vindt, en wat je misschien nog niet zo vaak hebt ervaren (herkenning van Bewustzijn) belangrijk maken?

 

Zonder een volmondig Ja op deze vragen blijf je als gevoels-georiënteerde, spiritueel-zoeker ronddraaien in een eindeloze loop. Je bent er dan op gericht om het gevoel van expansie te blijven houden. Bijvoorbeeld door in de aanwezigheid van iemand anders te zijn bij wie je vaak expansie voelt. Indien dit je levensstijl is zul je misschien zien dat er eigenlijk best veel herhalingen zijn zonder dat er verdieping optreedt. Eigenlijk volg je iedere keer dezelfde workshop op min of meer dezelfde manier. 

 

Wakker worden uit deze slaap gebeurde bij mij pas toen de onvermijdelijke momenten van contractie en lijden het me duidelijk maakten dat ik niet in staat ben om de hele tijd expansie te voelen.Toen begon het morrelen aan de overtuigingen van mijn op expansie gerichte gevoelsbenadering. Pas toen het echt oncomfortabel werd begon iets te dagen. Blijkbaar was er bij mij ongemak voor nodig. Ik verwacht overigens dat dit ongemak-principe niet specifiek voor mij geldt maar eigenlijk iets 'bijna universeels' is.

Uiteindelijk is het ook weer je gevoel dat het je onmogelijk maakt om op dezelfde manier door te gaan. Het is gewoon te onaangenaam, te erg. Je gevoel heeft je er in geluisd maar luist je er ook weer uit. Je gevoel, je intuïtie stuurt je op zoek naar iets dat werkt. Zonder deze werking van mijn gevoel was ik bijvoorbeeld niet op het pad van Advaita gekomen. Sprituele gevoeligheid kan blijven bestaan maar verandert, de kijk op gevoel verandert. De oriëntatie op expansie blijft aanlokkelijk. Het gaat er ook niet om dat een gevoel van expansie verboden is. Het gaat erom dat dat een gevoel van expansie niet het richtpunt blijft.

Als er één blinde vlek bestaat bij een zoeker dan is het deze. En het valt heel goed te begrijpen waarom dit bij 'sterk op het gevoel georiënteerde zoekers' een blinde vlek is.

Een sterk op het gevoel georiënteerde zoeker heeft een zeker talent om expansie te herkennen, te kunnen voelen. Je zou dit ook een religieuze of spirituele gevoeligheid kunnen noemen. Bij het bezoek aan een spiritueel leraar die expansie oproept, een milde siddhi (een kunstje) praktiseert, voel je deze expansie. Dit ga je dan interpreteren als bevrijding. Dat wordt dan de energetische variant van wat ik in Advaita herkenning of besef van Bewustzijn zou noemen. Je bent dan van plan om jezelf een continue staat van expansie te bezorgen. Net zoals je spiritueel leraar. En dat wil maar niet lukken. Geen wonder; je bent op zoek naar iets dat niet bestaat.

In de periode dat ik een op het gevoel georiënteerde zoeker was ontbrak het mij aan aangereikte inzichten die stimuleerden om Bewustijn te herkennen. Ik kan me uit deze periode geen leer herinneren. Ik herinner me wel momenten en periodes van herkenning van Bewustzijn in deze periode. Maar dat bleef altijd een ervaring zonder begrip. Ik herinner me de spirituele commune waarin ik in die periode leefde als een setting met een niet-helpende verwarring. Een gemeenschap met een extreme ervaringsgerichtheid zonder duiding van ervaringen, zonder helderheid. 

Op één of andere manier heeft meditatie mij geholpen om verder te gaan op het spirituele pad. Ik heb na het vertrek bij mijn hierboven beschreven leermeester, meditatie opgepakt in India, bij een Indiaase man, een klassieke guru, waar ik geen leerling van ben geworden. Na de kennismaking met Advaita bij mij huidige leraar is mijn interesse voor meditatie min of meer verdwenen. Toch denk ik dat het mij heeft geholpen om enige tijd intensief te mediteren. Ik deed dat drie jaar lang zo'n twee maanden per jaar waarbij ik tot 5 uur per dag mediteerde. Ik herinner me deze periodes als erg prettig. Verrassend genoeg was het nooit saai. Met de verdere kennismaking met Advaita is, zoals reeds aangehaald, mijn interesse voor meditatie beperkt geraakt tot enkele, niet geplande, spontane maandelijkse momenten.

Het is wonderlijk om er achter te komen dat ik teneinde Bewustzijn te leren herkennen de hierboven genoemde leraar en commune heb gekozen, een omgeving waarin het misschien wel het allermoeilijkste is om Bewustzijn te herkennen. Precies het tegenovergestelde van wat ik altijd had gedacht. Ik dacht dat het in die commune heel gemakkelijk zou worden om Bewustzijn te herkennen. Een grap waar ik nu om kan lachen maar een route die ik niemand aanraad. De blinde vlek van de op gevoel georiënteerde zoeker kan je op kleurrijke bestemmingen brengen, uiteindelijk blijkt het zonder helderheid een echte draak te zijn. Hoe eerder dit doorzien, des te beter.

Uithouden, kijken, niet aankomen; de benadering bij Advaita is fundamenteel anders dan bij de ervaringsgerichte leerwegen. Het min of meer te beïnvloeden gevoel van expansie, het eerste richtpunt bij de ervaringsgerichte paden die ik heb ervaren, verdween stukje bij beetje. Expansie mag er zijn, zo niet dan is het ook goed. Het is gewoon niet geschikt als richtpunt. Verder is er niets verkeerd aan. Voor de zoeker op het pad kunnen de in een ervaringsgerichte spirituele setting opgedane ervaringen fundamenteel zijn. Het gaat er niet om dat deze ontkent, geridiculiseerd of anderszins klein gemaakt dienen te worden. Het gaat erom dat de aandacht naar de aandacht gaat en niet louter naar het gevoel. Zien moet Zien gaan zien. 

 

20. Herkennen van Bewustzijn

25/11/2018

 

Herkennen van Bewustzijn kan omschreven worden als: Zien ziet Zien. Dan gaat je aandacht naar dat wat aandacht schept. Een bekende internet-quote van Ramana Maharshi luidt: 'Thoughts come and go, Feelings come and go, find out what it is that remains'. 'Find out what it is that remains' is vrij eenvoudig te bewerkstelligen. Je kunt middels een oefening binnen tien minuten uitvinden wat het is dat blijft. In dit blog licht ik nogeens deze oefening toe (zie blog 13, in zekere zin herhaal ik blog 13 in dit blog 20, blijkbaar ben ik er onder de indruk van).

Deze oefening gaat om voelen. Ga zitten, met je ogen open of gesloten en neem waar welke gevoelens er in je lichaam optreden. Neem ze waar zonder commentaar. Ga geen dialoog aan met opkomende gevoelens of gedachten. Zie ze en laat ze ongemoeid. Blijf kijken. Vrij snel zul je merken dat er gevoelens opkomen en verdwijnen. Sommigen heel duidelijk. Anderen subtiel. Gevoelens en gedachten blijven komen en gaan. Geen enkel gevoel en geen enkele gedachte heeft je 'aan de haak'. Niets neemt je aandacht mee. Je aandacht blijft gericht op datgene wat voelt. Na verloop van enkele minuten zul je heel gemakkelijk het verschil tussen voelen en gevoelens gaan zien. Voelen is de onbewegelijke ondergrond waarin gevoelens opkomen. Als je dat ervaart dan herken je Bewustzijn als deze onbewegelijke ondergrond die blijft terwijl gevoelens komen en gaan. Dan vindt je uit wat blijft. Dat is waar Ramana Maharshi met deze quote op duidt. You have found out what remains. Daar is niets moeilijks aan.

Daarmee is natuurlijk niet gezegd dat continue herkennen van Bewustzijn in je dagelijkse leven in tien minuten te bewerkstelligen is. Deze oefening is in zekere zin geforceerd. Je moet waarschijnlijk toch wel even gaan zitten en bepaalde instructies volgen die je momenteel misschien niet de hele tijd van nature volgt. Anders lukt het niet. Het is een momentopname tijdens een oefening. Continue herkenning als iets wat spontaan optreedt kun je niet forceren. Dat wordt je gegeven of niet. Dit doet niets af aan het feit dat Bewustzijn vrij eenvoudig te herkennen is. 

Als je deze oefening hebt gedaan en daadwerkelijk Bewustzijn hebt herkend is het misschien goed om jezelf de vraag te stellen; welke indruk maakt dit op mij? Voor mij geldt dat deze herkenning iets groots is. Maar ik kan me best voorstellen dat anderen het zien als een bepaald soort ervaring tussen andere ervaringen. Als iets op hetzelfde niveau als andere ervaringen. 'Best interessant maar niet iets schokkends'. Misschien zie je het als minder interessant dan een bepaalde euforische staat die je ook al eens hebt meegemaakt. Als dit het geval is dan hoef je jezelf niets kwalijk te nemen. Dan is het gewoon zo als het is. In het kader van Advaita training geldt dan echter wel de aanbeveling om deze ervaring, de herkenning van Bewustzijn belangrijker te maken dan dat hij nu voor je is.

 

Het is mijn ervaring dat bij het ondergaan van Advaitatraining in toenemende mate spontaan momenten van herkenning van Bewustzijn optreden. Ik zie het als belangrijk om deze momenten te herkennen en als belangrijk te zien. Als je de herkenning van Bewustzijn niet als groots ervaart dan is de kans klein dat je in je dagelijkse leven, daar waar de echte training zich afspeelt, aandacht voor de aandacht kunt houden. Dan zul je steeds gefascineerd raken door objecten, de dingen die je voelt en denkt. Als voor jou de herkenning van Bewustzijn, hoe fragiel en kortstondig dan ook, niet het belangrijkste is, zul je meegenomen worden op de continue fascinerende gedachtentrein. Dan blijft herkenning jou ontgaan.

Advaitatraining komt neer op het trainen van je onderscheidingsvermogen. Onderscheidingsvermogen kennen wij vooral als het vermogen om verschillen tussen objecten te kunnen zien. Binnen Advaita duidt de term onderscheidingsvermogen echter op het vermogen om het verschil tussen Bewustzijn en de objecten die daar in opkomen te zien. Indien je geneigd bent om je ervaringen te nivelleren; alle ervaringen zijn dan even interessant en belangrijk voor je, dan heb je waarschijnlijk de neiging om je onderscheidingsvermogen (in Advaita-zin) niet te trainen. Dan is bijvoorbeeld de herkenning van Bewustzijn in bovenstaande oefening in ongeveer dezelfde mate interessant als een bepaalde gedachte of gevoel dat was. Dan mis je de grootsheid van de herkenning van Bewustzijn. Dan heb je net niet de goede oriëntatie. Dan ben je er niet op gespitst om een volgend, al of niet spontaan, moment van herkenning van Bewustzijn te zien. Maak herkenning belangrijk en waardeer het zodat je er op gespitst blijft. Een flits van herkenning? wauw, bedankt. 

 

19. Wat is Bewustzijn?

24/11/2018

 

Het begrip Bewustzijn zoals het in Advaita wordt gebruikt wordt ook soms ook wel 'Bewustzijn-an-sich' genoemd. De toevoeging; 'an-sich' geeft helder aan waarin het Bewustzijnsbegrip van Advaita zich onderscheidt van het Bewustzijnsbegrip zoals dat in de medische wereld of de neurologie wordt gehanteerd. Vandaar dat ik in deze blogpost de Advaita interpretatie van Bewustzijn steevast als 'Bewustzijn-an-sich' aanduidt. In andere teksten spreek ik over Bewustzijn, zonder de toevoeging; an-sich, de lezer wordt verondersteld te weten dat het daar om 'Bewustzijn-an-sich' gaat.

 

De medische of neurologische benadering van Bewustzijn gaat uit van materie. Een lichaam, met bepaalde typen cellen in bepaalde delen van het lichaam, produceert in deze visie Bewustzijn. Vermogen om op te merken, ingegeven door lichaamscellen. De wetenschap kent als het om Bewustzijn gaat: 'The hard question of Counsciousness'. Er is namelijk nog steeds geen bewezen theorie die verklaart hoe materie ervaringsfenomenen produceert, hoe materie, lichaamscellen, vermogen om op te merken voortbrengt. En dat komt niet omdat er geen aandacht voor deze vraag bestaat. Als ik op Google: 'the hard question of consciousness' als zoekterm invoer zie ik dat er 145 miljoen resultaten opduiken. Als ik hier en daar een link aanklik zie ik dat er tal van conferenties met top-wetenschappers hebben plaatsgevonden. Wetenschappers, aanhangers van het materialistische paragdigma, blijven deze vraag benaderen alsof het het antwoord te vinden is binnen het dit paradigma. De enige 'oplossing' die men hierbij kan bedenken is de vlucht voorwaarts: er moet nog meer onderzoek plaatsvinden. Ongeloofwaardig wat mij betreft.

 

Ik zet hierbij het Bewustzijnsbegrip van Advaita niet af tegen het Bewustzijnsbegrip van de wetenschappelijke cq medische wereld. Wat mij betreft gaat het hier niet om een intellectuele strijd van Advaita tegen wetenschap. Ik waardeer de wetenschappelijke visie op Bewustzijn, die heeft de mensheid veel geholpen bijvoorbeeld middels de van hieruit ontwikkelde medische behandelingen. Ik zie wel de beperking van het wetenschappelijke Bewustzijnsbegrip. Wetenschap is gebaseerd op dualiteit. Er is altijd een twee, een waarnemer gekoppeld aan een waarneming. In het wetenschappelijk domein is dat de gehanteerde methode. De waarnemer heeft daarbij de 'ik' positie en neemt van daaruit iets waar. In 'Bewustzijn-an-sich' is geen plaats voor twee. Daarom is er voor 'Bewustzijn-an-sich' geen plaats binnen het wetenschappelijke domein.

 

Ik vind de wetenschappelijke benadering van Bewustzijn te beperkt. Het meest fundamentele wordt namelijk niet herkend. 'Bewustzijn-an-sich' zie ik als het ware als onderliggend aan de medische visie op Bewustzijn. Ik zou willen pleiten voor een intellectueel klimaat waarbij zowel de wetenschappelijke visie op Bewustzijn als de visie van 'Bewustzijn-an-sich' worden gerespecteerd. 

 

Wetenschap weet niet wat Bewustzijn is en.. Advaita doet dat ook niet. Wel biedt Advaita een weg om het te herkennen. 

 

Vanuit Advaita zijn uitdrukkingen als; groeien in Bewustzijn of verhogen van Bewustzijn, fundamenteel gezien, misvattingen. 'Bewustzijn-an-sich' verandert niet, het wordt niet groter of kleiner. In de onschuldigste versie van deze misvattingen wordt het vaker momenten van herkenning hebben van 'Bewustzijn-an-sich' als groeien in Bewustzijn aangeduidt. Dat is nog te billijken. Het wordt wel problematisch als deze manier van praten tot een verinnerlijking leidt waarbij er gedacht wordt dat er van binnen iets groeit, dat het iets met een dimensie is.

 

Zodra binnen een spirituele school een term als Bewustzijnsontwikkeling wordt gebruik is het duidelijk dat het hier om de 'niet-an-sich' versie van Bewustzijn gaat. De kans is dan groot dat indien er tevens wordt gesproken over 'Bewustzijn-an-sich' er een verwarring ontstaat. Dan wordt een training in het herkennen van Bewustzijn mogelijk beleefd als iets wat je kunt doen door je lichaamsfuncties te trainen in opmerkzaamheid. Dan denk je nog steeds zoals wetenschappers dat doen. Dan blijft de 'ik-positie' gehandhaafd. Dan wordt het nog steeds gezien als iets wat jou als persoon overkomt. 

Dat wat alles tot leven brengt. Dat wat alles zo echt maakt. Dat wat leeg is. Dat wat onveranderlijk is. Dat wat geen dimensies heeft. Dat wat dus ook geen tijdsdimensie heeft. Dat wat dus nooit begonnen is. Dat wat nooit eindigt. Dat wat mogelijk maakt dat je ervaart. Dat wat er ieder moment is. Dat wat overal is. Dat wat niet iets is. Dat wat ook niet niets is. Dat wat je kent herkennen als dat zijnde dat wat je bent. Dat wat we nooit zullen kunnen kennen of definiëren zoals we dat bij objecten wel kunnen.

Jij bent dimensieloos en overanderlijk, jij bent nooit begonnen en jij houdt nooit op. Natuurlijk is je lichaam begonnen en houdt je lichaam op. Beleving is gebonden aan het lichaam en daarmee gebonden aan de periode tussen geboorte en overlijden. Daarbuiten is het een abstractie. Dit verandert de aard van wat je bent niet. Net zo min als de aard van wat je bent verandert omdat je het even niet herinnert.

 

18. Dat wat aan alles vooraf gaat

19-9-2018

 

Gisteren maakte ik voor de eerste keer mee dat het tijdens het in gesprek zijn met iemand het onveranderlijke werd opgemerkt. Tijdens het spreken, luisteren en denken viel mijn mond bijna open van verbazing; hèh? hier is nog helemaal niets gebeurd. Het is volkomen stil en tegelijkertijd is dit waar alles begint. Het is leeg en tegelijkertijd de bron waar alles uit voortkomt. 

 

Deze constatering vormde geen enkele belemmering in het gesprek en tot mijn verbazing merkte ik ook op dat het opmerken van het onveranderlijke totaal niet werd aangetast door het praten, luisteren of denken. Ik merkte in het gesprek; dit is allemaal de vorm die Bewustzijn op dit moment aanneemt. En Bewustzijn kan helemaal niet belemmerd worden. Het is helemaal vrij.

Lange tijd heb ik gedacht dat gedachten als het ware vijanden zijn voor Bewustzijn, dat het er om gaat om het denken tot een einde te brengen en dat pas als dat gebeurd is bevrijding mogelijk is. Ik vermoed dat dit ook de oorzaak was van een gevoel van moeizaamheid en dat de herkenning van de moeiteloosheid in het verblijven in Bewustzijn mij ruimte bood om het op een andere manier te ervaren. 

 

Het gesprek in de bijeenkomst met mijn leraar speelde hier een belangrijke rol in. In dit gesprek kreeg ik de feedback dat het bij mij er op lijkt dat ik, in tegenstelling tot de meeste andere bezoekers van de satsangs, de neiging heb om 'mijn' momenten van verblijven in Bewustzijn te vergeten of te ontkennen. Bij nadere beschouwing hiervan merkte ik op dat dit misschien wel iets te maken heeft met een gevoel van minderwaardigheid als het gaat om herkenning. Alsof dat iets is wat zo hoog is dat het niet voor mij is weggelegd. En merkte ik op; het heeft misschien ook iets te maken met de manier waarop het fenomeen van herkenning, bevrijding aan mij in het verleden is verteld. Alsof het gepaard moet gaan met een gevoel van extase, anders kan het niet zo zijn. Alsof ik aan het wachten was op iets. Aan het wachten op iets energetisch.

Verblijven in Bewustzijn is het meest gewone dat er is. Het is moeiteloos. Daar is nog niets begonnen daarom is het volkomen vrij. Alles wat opkomt, komt hier in op. Ik ervaar deze herkenning als het meest grootse dat ik ooit heb ervaren. Ik heb nooit eerder zelfs maar een begin van een vermoeden gehad dat dit op deze manier ervaren kan worden.

 

17. Moeiteloos

17-9-2018

 

Na een week waarin twee satsangs per dag met mijn leraar plaatsvonden in augustus van dit jaar leek het alsof er in mijn geest een deur werd geopend waaruit allerlei ongemak naar boven kwam. Gedurende circa een maand daarna was ik buitengewoon vermoeid en had ik af en toe een pijnlijk gevoel in mijn hartstreek. Ik had in deze periode ook enkele ontmoetingen op het gebied van relaties en werk die onplezierig verliepen. Tijdens deze maand was het niet zo dat ik het zicht op de zaak volledig verloor, wel was het dusdanig oncomfortabel dat het mij duidelijk werd dat het niet de bedoeling kon zijn dat ik op deze manier mijn dagen doorbracht.

 

Tijdens een satsang na de genoemde week merkte ik op dat alles wat werd verteld op gevoelsniveau werd geïnterpreteerd alsof het mij als persoon overkwam. Uiteraard was het mij op het niveau van het denken duidelijk dat dit een vergissing was maar het gevoel was precies zoals ik het hier beschrijf. Het was alsof er een gevoelsmatig touwtje naar mijn persoon was ontstaan. Blijkbaar was op gevoelsniveau een persoon ontstaan. Wonderlijk genoeg was ik blij met deze waarneming. Het was mij meteen duidelijk dat deze waarneming belangrijk was. 

 

Een week na deze waarneming kwam in een bijeenkomst wederom het thema: 'zien wat je werkelijk bent' aan de orde. Ik merkte dat ik 'zien wat ik werkelijk ben' verbond met de ervaring van een week geleden. Het was alsof ik het gevoelsmatige touwtje dat eerst naar de persoon liep dacht te moeten verleggen naar Bewustzijn en dat lukte natuurlijk niet. Na een uitgebreide gedachten wisseling hierover met mijn leraar waarin ik zocht naar een gevoelsmatig begrip, een woord dat voor mij zou passen kwam de term natuurlijk of gewoon als meest geschikt naar voren.

Bewustzijn is uiteraard het meest natuurlijke dat er bestaat dus dit leek erg passend. Na de zondag volgend op de dag van de bijeenkomst een uurtje enkele bladzijden uit een boek gelezen te hebben waarin de vijf universele kenmerken van non-dualisme werden beschreven viel ineens het kwartje; Moeiteloos. Met dit woord viel alles ineens op de juiste plek. Wat ik werkelijk ben is moeiteloos. Uiteraard is 'moeiteloos' vanuit een alomvattende beschrijving van Bewustzijn slechts een deelaspect. Maar voor mij was dit woord behulpzaam op dit moment waarop ik zocht naar een gevoelsmatig passende beschrijving. Blijkbaar was er bij mij een gevoel van moeizaamheid ontstaan waarbij ik als persoon ernorm mijn best moest doen om Bewustzijn te herkennen. 

 

Na deze vondst werd het ook in ieder moment erg gemakkelijk om Bewustzijn te herkennen. Het onderscheid tussen de wereld van verschillen, de dingen die ik als objecten ervaar en het verschilloze werd verbazingwekkend eenvoudig te herkennen. Iedere keer als er een gedachte opkwam werd dat zichtbaar en kon ik vrijwel direct terugkeren naar het verschilloze. Ik begon zelfs te zien welk type gedachten hardnekkiger waren om los te laten en welk type gedachten makkelijk los te laten waren.

Deze ervaring bracht mij zicht op het fenomeen; gelijk willen hebben of de beste willen zijn. Typen gedachten die het tegenovergestelde zijn van moeiteloos. Het bleek mij dat opkomende gedachten zonder diepere lading, bijvoorbeeld associaties in het praktische leven (de koffie is op, of de afwas moet nog worden gedaan) erg makkelijk los te laten waren. Bij opkomende gedachtenreeksten die te maken hebben met mijn gelijk of het respect dat voor mij wordt getoond bleek mij dat deze veel moeilijker los te laten waren. Af en toe voelde ik de laatstgenoemde typen gedachtenreeksen als een warm energetisch bolletje dat afdaalde in mijn lichaam. Voelbare gedachtenreeksen. Daar is iets mee. Blijkbaar is de wil om gelijk te krijgen van anderen voor mij zo groot dat een toevallig opkomende gedachtenreeks waarin dit thema een rol speelt een erg krachtige zuigende werking heeft. Ik denk dat hier ook iets van emotioneel gelijk willen krijgen in zit. Ik constateer dat een persoonsgerichte belediging voor mij de grootste uitdaging biedt als het gaat om gevestigd te blijven in het onveranderlijke. 

 

Tegelijk constateer ik dat het niet uitmaakt wat de inhoud van een gedachtenreeks is, het maakt niet uit of die de eigenschap heeft om mij krachtig in de richting van afgescheidenheid te trekken of dat het slechts een milde uitnodiging is tot in een gedachtenreeks te komen, het gaat erom dat ik zie dat het slechts een uitnodiging is. Ik hoef er niet in mee te gaan. Dit zien. Zien is alles.

 

16. Loyaliteit; fascinatie door echo's uit het verleden

4-8-2018

 

Als ik het hier over loyaliteit heb dan bedoel ik hiermee loyaliteit aan opkomende gedachten en emoties. Als je regelmatig je gedachtenstroom bekijkt dan zul je waarschijnlijk meemaken dat je af en toe een bepaalde emotie opmerkt die je bekend voorkomt. Een terugkerend iets. Een uitnodiging om op een specifieke manier te reageren. Waarschijnlijk een echo uit het verleden of iets als karma.

Vaak zijn dit archetypische reactiepatronen die voor jou uniek lijken te zijn maar die als je ze zou classificeren waarschijnlijk tamelijk universeel blijken. Dan kun je denken aan verdriet, boosheid, jezelf een slachtoffer voelen, je schuldig voelen en meer van dergelijke patronen. Hoe onwenselijk deze patronen ook zijn, ze kunnen vanwege jouw loyaliteit aan deze patronen een zekere aantrekkingskracht hebben. 

Iedere opkomende emotie is een kans om een keuze te maken; ga ik mee of kijk ik alleen maar en doe ik verder niets. Uiteraard hoop je op het laatste maar dat is niet aan jou. Het is volgens mij het beste om bij jezelf de atmosfeer uit te vinden die voor jou het meest ontspannend is en in deze atmosfeer het type zelfonderzoek te doen dat ik hier beschrijf. Dan is waarschijnlijk de kans het grootste dat je de uitnodiging om in een soort van archetypische reactie te vervallen mild kunt afwijzen. Dan is de kans op Zien het grootste.

Bij sommige emoties wordt beroep gedaan op een gevoel van loyaliteit aan die emotie. Het ingaan op de loyaliteits-uitnodiging heeft in eerste instantie iets prettigs. Het voelt vertrouwd, je doet dit al tientallen jaren zo. Zonder veel voldoening. Eigenlijk ronduit afschuwelijk. Maar zeer vertrouwd. Persoonlijkheid, het psychologische begrip, is mede bepaald door wat je een cluster van loyaliteiten kunnen noemen. Afbrokkeling van loyaliteiten zorgt voor verandering van de persoonlijkheid. Een mening komt vaak voort uit een loyaliteit. Afbrokkelende loyaliteiten zorgen ervoor dat meningen ook afbrokkelen. Je krijgt steeds minder vaak spontaan een mening over iets. Je ontdekt dat er heel veel is waar je geen mening over hoeft te hebben.

Ik herinner me een situatie waarin ik ongemak voelde waarbij ik, net toen ik in mijn auto stapte een keuze kreeg voorgelegd: wil je loyaal blijven reageren of wil je Zien. Zien bespaarde mij toen de gevoelsmatig onpretigge situatie die ik net daarvoor als onafwendbaar aan zag komen. Niet ingaan op de loyaliteits-uitnodiging zorgde er namelijk voor dat ik niet terecht kwam in slachtofferschap. Dat was de inhoud van de loyaliteits-uitnodiging. Een patroon dat ik herkende. Ik zag dat ik normaliter in dit soort situaties mijn toevlucht in een milde slachtofferrol nam. Door mijn loyaliteit te zien hoefde ik niet mee op dit onprettig uitstapje in emotie-land, in dit geval de slachtoffer emotie. Ik kon gelijk weer verder.

 

Loyaliteit gaat over loyaliteit aan emoties. Loyaliteit heeft een uitnodigende kant, blijf je die uitnodiging aannemen of laat je die aan je voorbij gaan? Aannemen betekent terecht komen in een vertrouwd reactiepatroon, afwijzen betekent vrijheid.  Deze vrijheid is er altijd maar lijkt soms onderbroken te worden als we worden meegenomen door fascinatie.

 

De mogelijkheid hebben om de uitnodiging te zien, om te Zien in plaats van direct mee te gaan in het verhaal is in mijn ervaring iets dat spontaan gebeurt of niet gebeurt. Daar heb je geen controle over. Je kunt het niet doen. Uiteindelijk is het Grace, geluk. En als deze Grace niet komt dan kan het spirituele pad soms zwaar en dor aanvoelen. 

 

15. Fascinatie en dagelijks leven

4-8-2018

 

In ons dagelijks leven is fascinatie een belangrijke gedachten-verkeers-regelaar. Als een 'gedachtentrein' ons fascineert springen we er op. Dat geeft energie. Als het verhaal niet fascinerend is laten we het liggen. Fascinatie beslist of we een gedachtenreeks adopteren en verder gaan bewerken of dat we deze gedachtenreeks vergeten.

In de dagelijkse communicatie, bijvoorbeeld tijdens het werken in een baan, speelt fascinatie natuurlijk ook een rol. Als je iemand die net terug is van vakantie vraagt hoe de vakantie was, dan laat je na het horen van het vakantie-verhaal toch iets van fascinatie merken. Dat doen we allemaal bij bepaalde dingen en is een prettige manier van omgang. Door fascinatie toe te staan bij iemand anders zijn verhaal laat je merken dat je de ander aardig vindt.

Fascinatie is het leidende principe bij het al of niet tot stand komen van vervolg in de communicatie. Als je actief functioneert in een samenleving heb je hier mee te maken. 

Als een ontvanger van een verhaal niet gefascineerd is dan komt dat bij de verteller van het verhaal vaak over als iets dat ongewenst is. Zeker als het de bedoeling was dat de ontvanger wel gefascineerd zou zijn. Geen fascinatie hebben wordt doorgaans opgevat als desinteresse. 

Door gefascineerd te zijn door iemand's verhaal toon ik ook een bepaalde openheid en vriendelijkheid. Los van de vraag of fascinatie terecht is of niet, er is bij fascinatie sprake van iets wat prettig is. Communicatie waarbij de personen wederzijds gefascineerd zijn door elkaars verhalen geldt als inspirerend. In zekere zin is jouw fascinatie een daad van vriendschap in de richting van de verteller van het verhaal. Net als bij de collega wiens vakantieverhaal je vanochtend becommentarieerde.

In mijn eigen praktijk als zelfstandige kom ik, zoals velen, momenten tegen waarbij ik genoodzaakt ben om iets van fascinatie op te roepen voor mijn werk en voor mijn persoonlijkheid. Ik heb de indruk dat dit nodig is om nieuwe opdrachten te krijgen. En ik denk ook dat het oproepen van fascinatie bij mijn mogelijke opdrachtgevers alleen goed kan gebeuren als ik zelf gefascineerd ben door mijn eigen professionele verhaal.

Als ik hier verder op inzoom dan zie ik dat ik overtuigd ben van mijn professionele verhaal maar ik ben er niet door gefascineerd. Er komen gewoon niet veel gedachten over werk op. Ik acht me zonder deze fascinatie zeer goed in staat om mijn vak uit te oefenen maar zie dat er ook momenten zijn waarop praktische verkoop bevorderende fascinatie wenselijk zou zijn in het kader van werk en praktisch overleven.

Ik ben tot de conclusie gekomen dat werken als zelfstandige voor mij inhoudt dat ik mee doe in het grote fascinatiespel. Of ik nu wil of niet. Als ik geen fascinatie oproep krijg ik gewoon geen opdrachten. Ik ben er nog niet uit hoe ik in dit spel kan en wil gaan spelen. Het liefste zou ik werken zien zoals ik een andere hobby zie, als iets leuks waarin ik me kan verliezen en ook best gefascineerd zijn. Net zoals ik bij een voetbalwedstrijd op televisie gefascineerd kan zijn en na afloop van de wedstrijd er niet meer mee bezig. 

 

14. Fascinatie; "psst.. moet je hier eens kijken"

4-8-2018

 

Als ik nadenk over datgene wat bij mij zicht op het onveranderlijke ontneemt dan kom ik uit op fascinatie voor gedachten en ogenschijnlijke clusters van gedachten. Fascinatie is iets dat we niet vaak als fenomeen op zich bekijken. Eigenlijk is dit wonderlijk want het is in onze samenleving een veelbepalend onderdeel in alle communicatie. Een film moet fascineren. Bij een politicus, verkoper of welke verleider dan ook geldt: het verhaal moet fascinerend zijn wil het succes hebben. 

 

Bij ieder verhaal dat je tegenkomt kunnen er twee dingen gebeuren. Je kunt of niet gefascineerd raken dan heeft het verhaal weinig impact of je raakt wel gefascineerd. Wanneer je gefascineerd bent door het verhaal dan heb je geen weet van het feit dat je gefascineerd bent. Het verhaal heeft je dan gepakt. Zeer wenselijk in de bioscoop, tijdens het lezen van een boek of tijdens het bekijken van een sportwedstrijd. En zo kent ieders leven natuurlijk nog vele momenten.

 

Af en toe gefascineerd zijn is prachtig het geeft het leven kleur. Maar het is niet iets dat de hele tijd 'aanbidding' verdient. Beperk het tot datgene wat het verdient. Daar mogen natuurlijk ook best 'guilty pleasures' bij zijn. Het gaat niet om het opgeven van fascinatie, het gaat om het willen opgeven van het continue automatisch optreden van fascinatie. 

 

Iedere keer dat ik iets fascinerends tegenkom merk ik een bijna zintuiglijk prettig gevoel in mijn lichaam. Het is alsof er een klein maar prettig energiepulsje wordt aangemaakt. Bereidheid tot het opgeven van fascinatie betekent ook de bereidheid tot het opgeven van dit subtiele energetische effect. Ik merk af en toe dat ik naar dit pulsje verlang. Het heeft iets weg van een verslaving. Subtiele verleider. Zoet speldeprikje van de duivel. Het is de glinstering van een gedachte die als uitnodiging voor het binnengaan van die gedachte geldt. "Psst... kijk hier eens, zo interessant".

 

Ik denk dat het effect dat ik hier beschrijf een universeel mechanisme is. Dit is waar kunstenaars en verkopers op uit zijn. Energiepulsjes bij de ontvangers van hun boodschap. Daarvoor is fascinatie nodig. Iedereen die communiceert hoopt fascinerend te zijn. De Advaita leraar die een betoog houdt over fascinatie doet dat ook het liefst op een zo'n fascinerend mogelijke manier. Het gaat er natuurlijk niet om dat fascinatie niet mag. Het gaat om vrijheid. Continue fascinatie bij iedere opkomende gedachte zit daarbij in de weg.

 

De eerste vraag die ik aan mijn huidige leraar stelde luidde: hoe komt het dat ik de theoretische kant van de leer begrijp maar dat het zich niet vertaalt in mijn systeem? Zijn antwoord daarop was: fascinatie. Je bent gefascineerd door je gedachten. Dat moet slijten.

 

13. Voelen en gevoelens; een oefening

3-8-2018

 

Ik heb de afgelopen week een retreat met mijn Advaita leraar gehad en stuitte daarbij op een oefening, die ook een meditatie genoemd kunnen worden, waarbij het onveranderlijke heel gemakkelijk waar viel te nemen. De oefening is erg simpel. "Louter voelen"; alleen maar voelen. Ga niet in op de gedachten die opkomen, focus je op het voelen. Terug naar voelen. De hele tijd. 

 

De aandacht gaat naar opkomende gevoelens. En naar datgene waarin de gevoelens opkomen. Het verschil tussen deze twee wordt duidelijk zichtbaar. Gevoelens zijn pulsjes energie die komen en gaan maar er is ook iets anders, iets onveranderlijks; voelen. Voelen is Kennen, Bewustzijn en dat is wat je bent. Deze meditatie maakt het voor mij heel makkelijk om het verschil te zien tussen gevoelens en gevoel. 

Deze meditatie doe ik af en toe tijdens een dag thuis. Het zorgt er ieder moment dat ik deze oefening doe ervoor dat ik mijn gedachtenstroom onderbreek en terugkeer naar het onveranderlijke. Een rustpunt dat er altijd is en nooit verandert. Deze oefening is voor mij vergelijkbaar met wat ik in Blogpost 11 "Eén" heb genoemd. Het werkt als een reset, een onderbreking van de gedachtenstroom. Bij toeval zag ik een tekst van Ramana Maharshi op internet:"Thoughts come and go, feelings come and go, find out "that which stays". Deze oefening maakt dit heel gemakkelijk. Als je terug kunt keren tot: "that which stays" dan kun je terugkeren tot dat wat het meest betrouwbare is dat er bestaat, het heeft geen mening, is er altijd, verandert nooit en schept alles. 

Deze oefening traint in het onderscheiden van het onveranderlijke en dat wat verandert. Het laat mij ook zien dat ik momenteel het merendeel van de tijd geen zicht heb op het onveranderlijke. Daar doet het feit dat het door deze oefening heel makkelijk is om zicht te krijgen op het onveranderlijke niets aan af. Dit ervaar ik als een Reality-check. Het laat zien dat er bij mij het merendeel van de tijd iets is dat het zicht op het onveranderlijke in de weg zit. Ik zie deze versluiering als iets dat door deze training zal oplossen. Of dit ooit gebeurt weet ik natuurlijk niet. Ik zie dit als Grace, geluk. Mijn leraar beschrijft het trainingsproces weleens als een slijtageproces. Laten slijten van patronen die zicht op het onveranderlijke in de weg zitten. Iets wat meestal plaatsvindt over een langere periode. De training blijft doorgaan.

 

12. De beperktheid en het belang van het intellect

13-7-2018

 

Deze week las ik een deel van het boek van John Levy; The Nature of Man according to the Vedanta. Als ik lees dat het object niet gescheiden kan worden van het Zien raakt de tekst me. Objects are senses sensing. Herkenning. De kern in één zin. Een moment van verwondering. Al vrij snel begin ik er over na te denken. Ik ben het er volledig mee eens dat een object niet gescheiden kan worden van dat wat het waarneemt. Maar de ene keer zie ik een sinaasappel in mijn hand en de andere keer niet. En met mijn zintuigen is niets veranderd.

 

De verklaring is niet alomvattend. John Levy zegt daar ook over: ik beweer niet dat er niets is, ik beweer dat je het niet kunt kennen. Je weet niet wat het is. Hiermee zou je kunnen zeggen dat ook een goede analytische benadering van Advaita (Levy's boek betreft een goede analyse) eindigt met 'niet-weten'. 

 

Voordat ik de uitspraak van John Levy had gelezen die in de richting van 'niet-weten' voert ging ik met de vraag: hoe verklaar je de aanwezigheid van een object als er alleen maar Bewustzijn is, op weg met mijn fiets. Waarom zie ik soms een object en op een ander moment dat object niet Toen ik met deze soort van Avaita Koan op een strekdam zat aan de Waal ontstond een moment van rust. Ik herinnerde me weer datgene wat aan alles voorafgaat en kon mezelf er makkelijk in vestigen. 'Eén' is er altijd. Toen alsnog de vraag opkwam over het verklaren van de aanwezigheid van objecten zag ik dat de hele redenering een verhaal is. Prima verhaal natuurlijk, zo precies mogelijk beschreven, toch blijft het een verhaal. Ik zag op dat moment dat ik een keuze kan maken. Ik kan meegaan in de verhalen, soms is dat best leuk. Ik kan ook terugkeren naar dat wat aan alles vooraf gaat. Als ik dat doe dan is ook het nadenken over Advaita, het intellectueel proberen te kraken van de code, slechts een verhaal in Bewustzijn zoals alle andere verhalen. 

 

In zekere zin ontloop ik de vraag hoe een object verklaard kan worden. Ik neem genoegen met 'niet-weten'. Sterker nog ik heb een keuze gemaakt om gevestigd te zijn in dat wat aan alles vooraf gaat en zie deze vraag slechts als een verhaal in Bewustzijn. Dat betekent natuurlijk ook dat ik niet het intellectueel alomvattende, analytische, verhaal voorhanden heb. Mijn weten is uiteindelijk 'niet-weten'.

Het alternatief voor het accepteren van 'niet-weten' op dit punt zou de conclusie kunnen zijn dat het object dus ook uit Bewustzijn ontstaat. Op zich lijkt dit logisch maar daarmee weet je nog steeds niet hoe objecten ontstaan. Sommige New-Age benaderingen borduren hier vrolijk op verder en verkopen cursussen die je leren om Bewustzijn en daarmee het naar je toe komen of wegblijven van objecten naar wens te beïnvloeden. Het universum als snoepwinkel waar je naar gelang kiest wat je wel en niet wilt hebben. De ultieme kinderdroom.

Je staat tot over je kruin in een plas van onwetendheid, babbels houden dan natuurlijk op. Je trekt een streep. Ah dit. Dit weet ik niet. Het is ridicuul om te denken dat je Bewustzijn kunt beïnvloeden. Je plaatst er dan weer gewoon een nieuwe 'Ik' bovenop. Dan is er weer sprake van dualiteit. Dan ben je weer terug bij af. 

Dit verschijnsel; 'het eind van het nut van het intellect' heeft anderen juist weer op het idee gebracht om dan ook gelijk maar het hele intellect op het spirituele pad ter zijde te schuiven. Ik ben opgegroeid in spirituele kringen waarbij de leraar de ene keer dit zei en de volgende keer het tegenovergestelde. De boodschap; gooi het intellect maar over boord. Als welgemeend advies. In die kringen was dat ook een cultuurkenmerk, een sociale norm in de omgang. De wens om niet op de doordenderende trein van verhalen in je hoofd te springen is natuurlijk prima. Dat zou mooi zijn als dat zou lukken. Het is echter de vraag: hoe doe je dat? En het is volgens mij zo dat bij 'hoe-doe-je-dat?' het intellect een belangrijke rol speelt. 

Als ik aangeef dat ik het intellect belangrijk vind bij Advaitatraining zou dat kunnen suggereren dat er veel kennis nodig is of dat het ingewikkeld is. Beiden zijn niet het geval. Een handvol eenvoudige concepten, meer niet. Als de weg van Advaita een geheugentaak zou zijn zoals een bepaalde kennismodule in een studie dan zou het een erg korte cursus kunnen zijn. Advaitatraining gaat om Zien. In mijn training bleken bijeenkomsten waar het intellect werd aangesproken behulpzaam hierbij. In retrospectief gezien waren het steeds, in velerlei vormen, terugkerende herhalingen. 'Stempelen' noemde mijn leraar het een keer. Blijkbaar is voor de meeste mensen herhaling nodig. Bij mij was dat zeker het geval.

 

Advaita is geen intellectuele weg. Intellect helpt bij de training maar het komt uiteindelijk aan zijn eind. Het mondt uit in 'niet-weten'. Voordat dit gebeurd is, is het raadzaam om ook je intellect als instrument te gebruiken. Hierbij wordt soms de vergelijking genoemd met de doorn die je gebruikt om een andere doorn in je huid te verwijderen waarna je vervolgens beide doornen weg gooit. Gebruik het intellect. 

 

11. Van: "dat wat waarneemt en dat wat wordt waargenomen" Naar: "één"

28-6-2018

 

In blognummer 4 beschrijf ik de raadgeving; stel de vraag: wat neemt dit waar? Sinds zo'n twee weken is de respons die hierbij ontstaat veranderd. Voorafgaand aan deze verandering ontstond bij het nadenken over deze vraag een tegenstelling. Bewustzijn oftewel datgene dat waarneemt, stond dan tegenover datgene wat werd waargenomen. Dat nadenken vond meestal plaats in een 'split-second' waarna een moment van niet-weten ontstond, een onderbreking in de gedachtenstroom. 

 

Sinds twee weken is dit dus veranderd. Als ik nu mezelf deze vraag stel, dan ontstaat er een andere respons. Het moment van nadenken erover en het daarmee gepaard gaande ontstaan van een tegenstelling tussen dat wat waarneemt en datgene wat wordt waargenomen is er niet. De meest precieze beschrijving van de respons die nu ontstaat is: Eén. Op gevoelsniveau is de contractie die er wellicht was verdwenen. Als ik met weinig precisie het gevoel omschrijf zou ik kunnen zeggen; er is sprake van expansie. Echter als ik met precisie het gevoel beschrijf dan zie ik geen beweging. Er is niet sprake van een contractie die stukje bij beetje ruimer wordt. Het speelt zich niet af in tijd. Uiteraard voelt het veel ruimer dan in de toestand van contractie. Maar er is geen sprake van ruimte. En het gebeurt ook niet stukje bij beetje in de tijd.

De hier beschreven respons (response gebruikt als term voor wat er gebeurt) toont mij onmiddellijk de logica van non-dualisme. Dit is voorbij iedere twijfel. Dit is ook niet uit te leggen. Het is onmogelijk om de kern van deze ervaring of non-ervaring, het is maar hoe je het wilt noemen, uit te leggen in een boek of in woorden in een gesprek. Op zijn best kun je er zo dicht mogelijk langsheen praten. Het meemaken hiervan vervult mij met dankbaarheid voor degenen die via de per definitie beperkte weg van mondelinge en geschreven overdracht een rol hebben gespeeld op de (ogenschijnlijke) weg hiernaartoe. Ik hoefde alleen maar hun raadgevingen te volgen. 

 

10. Training in Zien

20-4-2018

 

Ik beschrijf hier mijn ervaringen zonder te concluderen of te willen suggereren dat de verschillende ervaringen iets met elkaar te maken hebben, of dat er anderszins een wetmatige volgorde van ervaringen bestaat. Ik beschrijf dit omdat ik nu eenmaal heb voorgenomen om te vertellen over mijn ervaringen met Advaitatraining. In retrospectief kan ik beredeneren dat eind februari het voor het eerst zo duidelijk duidelijk was dat emoties leeg zijn. Ik heb toen een blog geschreven vandaar dat ik de datum kan achterhalen.

 

Voorafgaand aan de ervaring cq wetenschap dat emoties leeg zijn was er een periode van 'zien van de verhalen' in de optredende emoties. Dat was een thema dat mij in een satsang werd aangereikt. Dit thema bleef circa een jaar als hoofdthema fungeren. Als je ziet dat er een verhaal is in een emotie dan verliest de emotie zijn kracht. Het zien van het verhaal maakt het ook mogelijk om verantwoording te nemen. Verantwoording in de zin dat je beseft dat de opgekomen emotie door jouw verhaal ontstaat en niet door de ander of door de situatie. Bij jou komt het verhaal op, het verhaal is niet een vanzelfsprekend effect van een situatie waarin je verzeild bent geraakt. En, om het nog ingewikkelder of simpeler te maken, er is geen bedenker van dat verhaal. Jij bent niet de bedenker van je gedachten. Gedachten komen gewoon op.

 

Emoties werden leeg door het zien van het verhaal in de emotie. Vaak met enige inspanning. Het zien ging vaak niet met een flits, had vaak even tijd nodig om op gang te komen. Een relatief traag iets. Daarna trad de ervaring op dat emoties leeg zijn als een snelle, bijna directe waarneming. Met veel opkomende emoties was dat een intensieve periode. Hierna kwamen deze emoties een periode niet op. 

 

Het is verleidelijk om hier een conceptueel verhaal van te maken (eerst dit, dan dat, enzovoorts). Ik geloof daar niet in. Het is me wel duidelijk dat het een training in Zien is. Als er een sleutel is, dan heeft Zien deze sleutel. Zien, op deze manier gebruikt als term, is geen activiteit. Niet iets wat je doet. Het heeft ook niets met tijd te maken. Het is volkomen stil en daarom sneller dan het allersnelste. Als Zien actief is, dan is het moeiteloos en in een flits. Je hoeft en kunt er niet je best voor doen. 

 

Ik ben gaan Zien (als korte manier van uitdrukken, niet als accurate beschrijving bedoeld) tijdens mijn periode van Advaitatraining. Dat staat vast. Daarmee weet ik natuurlijk nog niet dat het door die training komt. Hoe het werkt is voor mij een mysterie. Toch is het voor mij te toevallig dat Zien samenvalt met de training dat ik er niet om heen kan om dit als een katalysator te zien. Daarmee sluit ik me dus niet aan bij een visie die zegt dat er op dit gebied geen training mogelijk is. De redenering in deze visie was voor mij toen ik dit voor het eerst hoorde overtuigend. Toch klopte er voor mij iets niet. En wat dat is heb ik nu dus ontdekt; training helpt wel. 

 

9. De golfbeweging gaat door, maar nu anders

 

Na een week van relatieve rust voor wat betreft het opkomen van angst, van emoties merk ik dat er toch weer een serie golfbewegingen van emoties opkomen. Minder intensief dan eerst, met steeds grotere tussenpozen ook. Het valt me op dat ze zeer zichtbaar zijn. Ik zie ze goed. En ik zie ook de meest subtiele versies. 

 

Ik sta bij een hek op de Waaldijk schapen te fotograferen en ik voel een emotie opkomen die mij schuldig doet voelen over wat ik op dit moment doe. De schapen hebben zoals altijd, geen enkele interesse in mijn aanwezigheid. Er wordt me een enkele blik getoond en ze gaan weer verder met gras eten. De schapen die binnen een straal van 3 meter staan, doen vijf stappen bij me vandaan en gaan verder met grazen. Niet iets om je schuldig over te voelen. Ik verbaas me over deze emotie. Er is geen enkele reden toe. Mooi voorbeeld van het willekeurig opkomen van een emotie.Ik merk weer dat het zien van het verhaal in de emotie, genoeg is om de emotie te laten oplossen. 

 

Ik zie mezelf een paar keer, achteraf gezien, meegenomen worden in gedachtenstromen. Sommige met emotie er in. Dit duurt meestal vrij kort. Ik ervaar hierbij een wonderlijke paradox. Zodra ik me de situatie herinner waarbij het voelde alsof ik zonder gewicht was en dit vergelijk met wat er nu gebeurt, onstaat al snel een lichte afkeur van de nieuwe situatie. Dit zorgt ervoor dat deze afkeur blijft bestaan. Een lichte irritatie. Zodra ik doorzie dat het onzinnig is om een voorkeur voor de ene of de andere situatie te hebben, valt het gewicht weer weg. Als je het wilt dan krijg je het niet. Als je niets wilt is het er. Zien doet het werk. Zien is onveranderlijk. 

 

8. Zonder angst, gelukkig zonder reden

14-4-2018

 

Als er geen angst opkomt leef je in geluk. Het is wennen om geluk te ervaren zonder aanwijsbare externe oorzaak. Het is voor ons allen vanzelfsprekend dat succes (iets externs dat jou iets prettigs laat overkomen) tot geluk leidt. 'Geluk heeft een oorzaak' is een dominant paradigma, in zaken en ook in New-Age. Afstappen van dit paradigma is natuurlijk ook de dood in de pot. Zie dan nog maar eens iets te verkopen. Geluk verkopen is de basis van alle commercie. Mag ook best, wie doet hier nu niet een beetje aan mee?

Ik gun de succesvollen ook hun geluk. Maar dat geluk is doorgaans niet het geluk waar ik hier op doel. Echt geluk heeft geen oorzaak. Geluk dat een oorzaak heeft is niet vrij, is afhankelijk en tijdelijk omdat oorzaken nou eenmaal de eigenschap hebben dat ze veranderen. 

 

Ik had deze week het voorrecht om twee gewenste samenwerkingsrelaties niet door te zien gaan. Op zich jammer. Ik had graag de professionele samenwerking ingevuld. Het voorrecht zat erin te mogen ervaren dat dit gebrek aan succes geen invloed op mijn gevoel van geluk heeft. Zonder dat ik ontken dat ik graag succes had gehad. Als de twee voorgestelde samenwerkingsrelaties door waren gegaan dan had dat mij inkomens-zekerheid geboden. Grote kans dat ik de nieuwe ervaring van zonder angst zijn, dan had gelabeld als een gevolg van zakelijk succes. Dan had ik misschien gedacht dat het een staat is, afhankelijk van succes. Dubbel voorrecht dus.

 

Ik ervaar mijn leven als een wonderlijk spel. Ik probeer zakelijk succesvol te zijn maar ben voor geluk niet afhankelijk van zakelijk succes. Ik ben 'in de wereld' maar niet van de wereld. En het 'in de wereld' geef ik de credits en aandacht die het verdient. 

 

7. Mijn ervaringen met angst

13-4-2-18

 

Ik heb periodes ervaren, soms uren durend, waarin achter elkaar gevoelens van angst opkwamen. En iedere keer als een emotie opkwam zag ik dat de emotie leeg was. En dan kwam de volgende weer op. Dit bleef maar doorgaan. Alsof ik aan een lopende band van emoties stond. Ik was blij dat ik merkte dat iedere emotie uiteindelijk leeg is. Maar het hield me sterk bezig. 'Weer één, wauw dat is een sterke, deze minder, dit is alleen maar chaos, weer een'. Zo ging het maar door. Wat een geluk dan dat ze allemaal leeg zijn. Je zult ze allemaal maar moeten innemen en verwerken. Maar het was ook intensief. 

 

Aan de ene kant blij dat het 'bezoek' niet werd binnengelaten maar aan de andere kant intensief bezig omdat er steeds maar 'bezoek' blijft aanbellen dat je toch een moment aanziet voordat je het weer vertrekt. Ik zou veel liever hebben dat dit bezoek niet meer kwam aanbellen. En daar heb ik dus geen invloed op. Toen niet, nu niet, nooit niet. 

 

Na een week merk ik dat de frequentie van opkomende angst-emoties sterk afneemt. Op een gegeven moment merk ik dat er geen angst-emoties meer opkomen. Daarbij ontstaat een natuurlijk gevoel. Zo gewoon, zo natuurlijk. Deze situatie is duidelijk geen staat. Het is voor het eerst dat voor mij het onveranderlijke zo duidelijk te herkennen is. 

 

Vanochtend merkte ik dat ik nog even checkte of het er nog was. Heel apart om dat te zien. Alsof het iets is wat weg zou kunnen gaan. Ik interpreteer dit als een oude gewoonte. Heel goed te begrijpen. Ik ken deze manier van zijn, alsof je zonder gewicht bent, zonder rugzak rondloopt. Ik heb dit tientallen malen in allerlei variaties ervaren. En steeds ging het weer weg. Logisch dat er een reflex bestaat om dit als een staat te zien, als een tijdelijk iets. Maar het is me nu duidelijk dat dit geen staat is. Het is onveranderlijkheid. 

 

En ik besef heel goed dat het niet opkomen van angst deze dagen misschien ook wel weer plaats kan gaan maken voor periodes waarin angst, waarin emoties kunnen opkomen. Ik besef dat ik absoluut geen invloed heb als het gaat om het opkomen van angst. Dus het zou zo weer op kunnen komen. Dat is ook geen probleem want iedere emoties is leeg. Ik voel geen spoor van twijfel over het leeg zijn van emoties. Blijkbaar heb ik dat ondertussen zo vaak ervaren dat het nu vanzelfsprekend is. Vertrouwen.

 

Maar ik heb gevoelsmatig nog niet het vertrouwen dat er geen angst meer opkomt. Misschien gaat ook dit slijten, dat weet ik natuurlijk nog niet. Ik merk dat ik vanuit ervaringen hier een beetje voorzichtig mee ben. Ik herinner me periodes van expansie en contractie. Misschien blijft dit wel gelden. Misschien is het straks weer anders. Het moet zich ieder moment bewijzen. En ik denk dat dit laatste sowieso voor iedereen geldt. 

 

6. Ik ben er

 

Het was Nisargadatta die het concept: 'I am' introduceerde; watch the sense: 'I am' oftewel: verblijf in 'Ik ben' zonder dat er iets achteraan komt (zonder dit of dat, zonder je lichaam, beroep, geslacht, maatschappelijke status of welke eigenschap dan ook).  'Ik ben' is het ene moment de 'plaats' waar nog geen gedachte en nog geen perceptie is. Het is het andere moment de plaats waar een gedachte en een perceptie opkomt. 

Door een gedachte ontstaat het besef van tijd en door een perceptie het besef van ruimte. Je zou kunnen zeggen dat op die plaats voor jou het kennen van de wereld, en daarmee de wereld, wordt geboren. Ieder moment opnieuw. Het woord 'plaats' gebruik ik hier bij gebrek aan een beter woord, het gaat hier natuurlijk niet om een plaats in welke ruimte dan ook. Het gaat vooraf aan ruimte. 

 

Om het dynamische karakter van 'I am', van het onstaan van tijd en ruimte te illustreren gebruikt mijn leraar Philip Renard soms de metafoor: de mond van de fontein. Verblijven bij de mond van de fontein symboliseert dan: verblijven in 'I am'. Daar hebben de waterstralen nog geen vorm, maar is wel steeds een druk om tot waterstralen, tot vormen (of objecten zoals vaak in Advaita genoemd) te komen. Steeds als er een gedachte opkomt, ontstaat de notie van tijd of van ruimte. Als je 1 minuut neemt om dit te ervaren, dan kun je dat zien. In die minuut zul je waarschijnlijk ook zien dat er ook momenten waren waarin een gedachtenstroom gaande was. Dat zie je dan altijd achteraf, nadat die gedachtenstroom er was.  

 

Verblijven in 'I am' betekent verblijven zonder gedachtenstroom. Maar die gedachtenstroom blijft bij vrijwel iedereen de hele tijd doorgaan. In de overlevering zijn er verhalen bekend van Ramana Maharshi die het grootste deel van de dag zonder gedachten was. Dit is in sommige kringen tot een archetypische voorstelling van spirituele bevrijding geworden. Daar is het idee is ontstaan dat bevrijding betekent: er komen geen meer gedachten op. 

 

Ik heb ontmoetingen gehad met mensen die gedurende 10-tallen jaren, meerdere maanden per jaar, meerdere uren per dag, mediteerden met het doel om vrij te geraken van opkomende gedachten. In hun voorstelling zou deze bevrijding gepaard gaan met een bijzondere energetische ervaring. Dit noemde men dan verlichting. De tradities met deze benadering worden ook wel de weg van inspanning genoemd. Mediteren, mantras-herhalen en yoga-oefeningen doen zijn voorbeelden van technieken van deze weg.  

 

Nisargadatta noemde de inspanningsweg de weg van de mier. Zijn weg noemde hij dan in vergelijking hiermee de weg van de vogel. Stel je de mier en de vogel maar eens voor aan de voet van een hoge boom. De vogel zal veel sneller dan de mier de top van de boom bereiken. Het gaat er niet om dat er geen gedachten mogen opkomen. Gedachten komen op of niet, daar heb je geen controle over. Het gaat er om dat je de gedachte ziet. En daarmee de openheid, Bewustzijn.

 

Het advies bij mijn Advaitatraining, door mijn leraar overgenomen uit Dzogchen (een stroming binnen het Boeddhisme) luidt: liever kort en vaak dan af en toe lang verblijven in 'I am'. Blijf af en toe bij de mond van de fontein. Merk op wanneer je weer even meegenomen werd in een gedachtenstroom. Zie. Zien is geen activiteit. Het is niet iets wat je doet. Het is onmiddellijk het geval (of niet natuurlijk). 

 

5. De tussenstap

 

Inzicht is direct, een tussenstap bestaat niet. Toch ben ik tijdens mijn training vaak gewezen op een soort van tussenstap. Ik bedoel daarmee niet een stap tussen 'geen-inzicht' en 'inzicht'. Die bestaat natuurlijk niet. Dat zou nog steeds geen inzicht zijn. Ik bedoel hiermee een voor mij vruchtbaar gebleken introspectiewijze.

 

Wat neemt dit waar? Deze vraag verwijst direct naar Bewustzijn en is niet te beantwoorden zoals de vraag: wat is de hoofdstad van Friesland? wel te beantwoorden is. Er valt even een gat in het denken. Bewustzijn neemt 'iets' waar. Waarschijnlijk een gedachte. Dat dat 'iets' misschien ook wel uit Bewustzijn bestaat mag je zo voelen en denken en als je dat niet zo voelt en denkt dan parkeer je dit.

 

In principe is iedere vraag die even een moment van 'niet-weten' veroorzaakt behulpzaam. Full stop voor een moment.

 

Het advies wat ik hierbij kreeg en heb opgevolgd is: vaak deze vraag stellen. Meestal werd dit advies vergezeld met de mededeling: liever vaak en kort deze vraag stellen dan langdurig mediteren. Deze manier van introspectie werkt. Volgens mij is het een goede oefening. Als je 'datgene wat je ziet' en 'dat wat ziet' als apart van elkaar ziet, dan zijn er natuurlijk twee en zou je kunnen spreken van dualiteit. Heeft iets wonderlijks, maar ik heb me nooit gestoord aan dit feit. Als tussenstap is en was het een goede oefening. De vraag: wat neemt dit waar? kan in het geval van sterke emoties ook als een rustpunt werken. Zo werkte het in ieder geval bij mij.

 

Wat neemt dit waar?

 

4. Emoties zijn leeg

27-2-2018

 

De berichtjes aan mijn vriendin zijn nu al 4 dagen onbeantwoord gebleven. Ik pak mijn mobieltje en zie nog steeds geen bericht van haar. Er komt vanuit de diepte in een flits een gevoel op. Onverwachts als een overval. Een herinnering van verlatenheid, verdriet, pijn. Ik herinner me dit verschijnsel. Er lijkt een vloedgolf van verdriet en boosheid op te komen. Irrationeel. Kinderachtig. Chaotisch. 

 

Dan ineens: stilte en leegte. 

 

Ik dacht een moment dat er vanuit de verte een niet af te wenden golf van pijnlijke herinneringen en verdriet aan zat te komen. Iets wat ik dan zou moeten gaan doorvoelen en als het ware herbeleven om dan, als ik geluk zou hebben, gelouterd, weer enigszins normaal verder te kunnen gaan. Nee dus. Met de snelheid van het licht is het letterlijk opgelost. Wat een geluk! De snelheid waarmee dit verloopt verrast me. De aanzet tot verdriet ging in een flits. De implosie van leegte ook. Beiden verliepen volledig buiten mij om. Ik heb er niks aan kunnen doen. Het ging sowieso veel te snel om er op in te kunnen grijpen. Enige tijd geleden dacht ik nog dat alertheid van belang was. Alertheid, zoiets als je best doen om dingen op te merken, zodat je de ellende voor bent. Nee dus. Speelt geen rol. Mooie ervaring. Het gebeurt of het gebeurt niet. Er valt niks aan te doen. 

 

Weer zoiets wonderlijks. Een herinnering bestaat, anders zou dat woord onzinnig zijn. Ik herinner me ook iets. En dan blijkt de herinnering leeg te zijn, niet te bestaan zoals ik dacht. Als ik met deze ervaring in het achterhoofd pijnlijke levenservaringen probeer te herinneren merk ik dat ik vanuit een zekere geheugencapaciteit wel kan komen tot een soort van contouren van herinneringen maar dat het gevoel erbij weg is. Alsof de herinneringen lege verpakkingen zijn geworden.

 

Het is een aparte ervaring die ook iets afstandelijks heeft. Alsof ik afscheid neem van gevoelens die niet leuk waren maar wel vertrouwd. Het voelt kaal en ijl aan. Ik ben hierbij ook wel nieuwsgierig geworden naar hoe stabiel dit inzicht is. En of het voor alle gebieden geldt. Ik weet dat nog niet. Dat moet nog blijken. Interessant.

 

3. Alle verhalen zien

23-2-2018

 

Ik zit om 10 uur 's ochtends aan tafel met een gevoel van ongemak. Als ik even 'kijk', merk ik dat er in mijn hoofd verhalen gaande zijn. Verhalen van ontevredenheid; nog steeds niet die kamermuur geschilderd, nog steeds niet het werk gedaan dat ik gisteren had willen doen, waarom zo ingewikkeld met mijn vriendin uit Peru?

 

In enkele sekonden verschijnt er een wirwar aan verhalen. Ik zie ook een simpel wenkend perspectief. Als datgene waar ik ontevreden over ben anders zou zijn, als het zou zijn zoals gewenst dan zou ik gelukkig zijn. Maar het is niet zoals gewenst. Dus is er onrust. Logisch toch. Of... Er lijkt ineens een barst in deze logica te komen. Ik vraag me af of het echt zo in elkaar zit. Intuïtief accepteer ik het niet. Ik geloof het niet meer. Als ik wat beter kijk dan zie ik nog iets. Er is iets dat ik over het hoofd heb gezien. Het verhaal dat 'van alles' moet veranderen. Hèh? Dat ik dat verhaal over het hoofd kon zien. Verbijsterend. Als ik nu kijk zie ik de verhalen inclusief het verhaal dat het allemaal anders moet. En onmiddellijk verdwijnt de werkingskracht van de verhalen. Rust. Pff.

 

Ik schiet in de lach bij de gedachte dat er ook nu weer een ongezien 'meta-verhaal' kan ontstaan dat zegt: het verhaal dat ik moet veranderen, mag er niet zijn, dat verhaal moet ook weer veranderen. Iets in de zin van: 'accepteer je praktische situatie'. Verhaal op verhaal op verhaal. Eindeloze reeks. Nee dus. Full stop.

 

Er zijn verhalen van ontevredenheid over de praktische situatie. Prima, die mogen er zijn. Er is een verhaal dat zegt: het moet anders. Prima, dat verhaal mag er ook zijn. Het gaat er om dat ik de verhalen zie. De verhalen zien brengt rust. Als ik het verhaal zie dan stap ik als het ware van de doordenderende gedachtentrein. Dan ervaar ik de openheid die er altijd al was. Wauw, wat een rijkdom om dit te snappen. Wat nou ongemak? 

Ik start mijn laptop. Aan de slag met die Emails die gisteren al verstuurd hadden kunnen zijn. 

 

2. Satsang

 

De bijeenkomsten waarin met de leraar over advaita wordt gesproken worden satsangs genoemd. In het Sanskriet betekent Sat waarheid en Sanga gemeenschap. Satsang is de centrale plaats in de training. 

 

Na mijn eerste satsang bezoek bij mijn huidige leraar had ik een paar dagen daarna een ervaring die leek op een eerdere ervaring die ik had in een meditatie-retreat van twee maanden in India. Dat was voor mij een teken dat deze satsangs helpend zouden kunnen zijn en de reden om een afspraak te maken voor een 1 op 1 gesprek met de leraar waarna ik regelmatig zijn satsangs ben gaan bezoeken. Gaandeweg de training merkte ik meer en meer de waardevolle werking. Daarbij ben ik in een routine terecht gekomen waarbij ik me niet eens meer afvraag of ik naar een satsang ga. Ik merk dat het werkt en daarom doe ik het. Van buiten zou dit gezien kunnen worden als een discipline, van binnen is het dat niet. Ik kan ieder moment anders beslissen het is gewoon zo dat ik dit al enige tijd zo doe. 

 

Het eerste jaar dat ik wekelijks de satsangs volgde kwam ik na iedere satsang behoorlijk vermoeid thuis en was ik enkele uren aan het slapen of anderszins aan het uitrusten. Blijkbaar gebeurde er iets dat mij vermoeide. Dat verandere halverwege het tweede jaar. Sindsdien ben ik niet meer vermoeid na een satsang, toch hou ik het de rest van de dag na een satsang rustig. Ik ga geen vrienden of familie bezoeken, ik begeef me dan bijvoorbeeld ook niet urenlang in de mensenmassa in een winkelstraat. In de satsangs komen we in de praktijk niet of nauwelijks toe aan het bespreken van dit soort energetische verschijnselen. Hoe dan ook, voor mij gebeurde er in de satsangs blijkbaar meer dan alleen maar het spreken van leraar en leerlingen. 

 

Als ik terugkijk op de manier waarop mijn houding, mijn ontvankelijkheid zich ontwikkelde zie ik dat er een snelle verandering onstond. In de eerste satsangs kon ik vanuit iets denken te weten met enige overtuiging een standpunt naar voren brengen en daar dan een discussie over aangaan. Vrij snel daarna veranderde dit. Daarbij werd voor mij de satsang vooral een gelegenheid om ervaringen, inzichten te checken en van grotere duidelijkheid te voorzien. Nog steeds vanuit de wil om te weten hoe het nu precies zit maar minder vanuit een houding waarbij er een discussie wordt aangegaan met een gelijke maar meer vanuit de houding dat ik iets te leren heb van iemand die op dit gebied meer helderheid heeft. Satsang is geen democratisch groepsgesprek. Het was voor mij daarbij behulpzaam dat in de eerste fase gewoon de discussie gevoerd kon worden.

 

Satsang is voor mij bij uitstek de plaats om te checken of een inzicht op een zinvolle manier geïnterpreteerd is. Ik heb verschillende malen ervaren dat deze check zinvol was. Meerdere keren werd behalve dat mijn interpretatie werd bevestigd ook nog een diepere werking of betekenis van mijn conclusie toegelicht. Ik zat in de goede richting maar had nog niet alle implicaties gezien. De week die daarop volgde verdiepte het inzicht zich dan vaak en volgden verdere inzichten. 

 

Onderstaande video heb ik in januari 2020 opgenomen en gaat voor een gedeelte over satsang;

1. De wonderlijke manier van leren

1-2-2018  

 

De persoonsruimte is een onderwerp dat mij met enige regelmaat in beslag neemt. In dit eerste blog schets ik aan de hand van onderzoek naar dit onderwerp een aspect van Advaita dat volgens mij voor iedereen met interesse in dit onderwerp van belang is. Dan heb ik het over dat wat de leerweg van Advaita genoemd zou kunnen worden. Hoe werkt het als het gaat om het tot je nemen van de leer? Het gestelde is intellectueel niet te begrijpen (althans niet in de zin zoals bij veel andere onderwerpen waarbij na enige studie intellectueel begrip volgt) en toch werd het gestelde op een gegeven moment mijn ervaring. Blijkbaar gaat het hier om een soort 'leren begrijpen' dat anders is dan gebruikelijk. Omdat bij het onderzoek van de persoonsruimte dit voor mij voor het eerst zo duidelijk naar voren kwam, illustreer ik aan de hand van dat voorbeeld dit aspect. 

Als ik met mijn gevoel en intellect onderzoek wat de ruimte is die ik gevoelsmatig toeschrijf aan mezelf dan ervaar ik mijn persoonsruimte. Iedereen is in staat om te voelen hoe groot zijn of haar persoonsruimte is. Hoe groot of klein voelt het bij jou?  Valt jouw persoonsruimte samen met de contouren van je lichaam? Is het groter of kleiner? Is het er überhaupt? Hoe groot is de ruimte die jij aan jouw persoon toeschrijft?

 

Exploreren van de persoonsruimte is volgens mij mij een goede oefening in voelen. Emoties brengen meestal duidelijke gevoelens met zich mee. Als je boos of verdrietig bent dan voel je dat op een gegeven moment wel. Het gevoel van de persoonsruimte is een stuk subtieler. Volgens mij is het net zo makkelijk te voelen als het gevoel in de emoties maar als je nooit op dit concept bent gewezen is de kans aanwezig dat je hier nog nooit aandacht aan hebt besteed. Voelen van de persoonsruimte traint je waarnemingscapaciteit. Bij het kijken naar de persoonsruimte zie ik ook dat het niet iets statisch is. Het is alsof het ademt; de ruimte is soms klein dan weer groot en soms verdwenen.

Common sense zegt: er is iets dat we materie noemen en dat staat los van degene die het opmerkt. Zo denkende bestaat er een wereld waarin voorwerpen, en dat kunnen ook personen zijn, afzonderlijk bestaan. Dit wordt, als deze manier van kijken wordt afgezet tegen andere zienswijzen ook wel materialisme genoemd. 

Advaita stelt: er is geen twee. Niet als abstractie, niet als een soort van ecologische filosofie, maar heel concreet. Alles wat je waarneemt is de vorm die Bewustzijn op dit moment aanneemt. Er is alleen Bewustzijn. Je lichaam hier, die auto daar, deze computer, je buurvrouw; het zijn allemaal verschijningsvormen van hetzelfde Bewustzijn. Er is niets anders. Alles is Bewustzijn. 

Als je inziet dat er geen twee is en dat ook zo voelt, dan doet dat ook iets met de ervaren persoonsruimte. Op een bepaald moment leek voor mij de persoonsruimte  oneindig weids. In een bijeenkomst met mijn leraar ontdekte ik dat ik dit nog niet helemaal scherp zag. Ik had gewoon over het hoofd gezien dat de persoonsruimte verdwenen was. Dat zorgde voor een veel weidser gevoel dan in de situatie voorheen waarin sprake was van een gevoel van een beperkte persoonsruimte, vandaar dat ik aannam dat de persoonsruimte ook veel groter was geworden. Verdwijning van de persoonsruimte kwam in eerste instantie gewoon niet bij mij op. 

Toen ik begon met Advaita kwam de boodschap van: er is alleen Bewustzijn als theoretisch, abstract en soms zelfs als vaag over. Naarmate ik meer Advaita teksten las begon ik dit te herkennen als een bepaald type tekst dat ik vaker tegenkwam maar ook niet meer dan dat. Het was gewoon niet te begrijpen. Lange tijd had ik de ervaring van afgescheidenheid met de daarbij horende beperkte persoons- ruimte ervaring. Tot dit veranderde. Ik kan me niet het moment herinneren waarop dat gebeurde maar constateer nu op ieder gewenst moment dat het veranderd is. De persoonsruimte heeft geen grens meer. Er is niet meer een 'Ik-persoon' en het andere. Je zou kunnen zeggen: alles is 'Ik' maar net zo goed zou je kunnen zeggen: er is geen 'Ik'. Dit is voor mij één van de wonderlijke kenmerken van Advaita; het gestelde is niet te begrijpen en toch blijkt het op een gegeven moment ook op het niveau van gevoel, vanzelfsprekend en waar te zijn. Een verschijnsel dat ik steeds terug zie komen.

Omdat de omslag die ik hierin meemaakte plaatsvond in de periode dat ik bezig was met Advaita training, schrijf ik deze omslag toe aan de training (waar ik nog steeds mee bezig ben). Poëtisch uitgedrukt zou je kunnen zeggen dat Advaita training de lens heeft geslepen zodat Zien mogelijk werd. Blijkbaar verliep de omslag niet direct via het intellect maar wel druppelsgewijs via intellectueel overgedragen kennis en het toepassen van aangeraden manieren van introspectie. Een cruciaal onderdeel hierbij bestond uit de mogelijkheid om mijn interpretaties van Advaita te checken bij mijn leraar. Ik herinner me een situatie waarin ik mijn interpretatie checkte en een thema waar ik weken mee worstelde werd mij direct duidelijk. 

Intuïtief sprak Advaita mij aan, anders had ik me er niet in verdiept. Ik herkende iets, ik kon niet precies benoemen wat, maar er knaagde iets. Deze intuïtie ging gepaard met een zekere vervreemding van hetgeen ik tot dan toe als vanzelfsprekend had aangenomen. Ik ging dingen anders ervaren dan je voorheen. Dit voelde aan als een proces dat plaatsvond in de tijd. De andere manier van ervaren trad niet continue op maar het vond wel meer en meer plaats. Dit zou kunnen suggereren dat ik Advaita als een pad van de geleidelijke weg beschouw. Dat zou echter een onjuiste conclusie zijn. Een behulpzame beschrijving vergt iets meer precisie en met het volgende beoog ik die: Inzicht is altijd direct, je ziet het of je ziet het niet, tijd speelt hierbij geen rol. Er bestaat niet zoiets als 7 (of 3 of 11) stappen naar inzicht. Toch is er iets dat je wel kunt beschouwen als een proces dat zich afspeelt in de tijd. Dan gaat het over het vaker optreden van inzicht of het korter in illusie verkeren. Je zou dit laatste de werking van de training kunnen noemen. Omdat het mijn ervaring is dat dit zo kan werken, beschouw ik dit als een waar gegeven.

Denken vanuit afgescheidenheid brengt een gevoel van afgescheidenheid met zich mee. De boodschap van Advaita: er is geen 'ik en de rest', er is geen afgescheidenheid, kun je natuurlijk vrij snel intellectueel onder de knie krijgen. Dat is als een lesje leren, filosofische stellingen kunnen herinneren. Maar dat lesje geleerd hebben, betekent meestal nog niet dat je het ook zo voelt. Dit duurt bij vrijwel iedereen enige tijd. Denken gaat snel, voelen hobbelt er meestal langzaam achteraan. Training in Advaita zorgt ervoor zorgt dat niet alleen het denken vanuit afgescheidenheid verdwijnt, ook het gevoel van afgescheidenheid verdwijnt. Dit oude gevoel slijt. Af en toe treedt het nog op maar steeds vaker niet. 

 

Maar hoe leef je dan in de wereld? Nou ja, anders dan voorheen en ook niet anders dan voorheen. Zoals eerder geschetst is de persoonsruimte niet een statisch gegeven. Ik zie momenteel bij iedere opkomende gedachtenreeks het gevoel van een persoonsruimte opkomen. Ik kan geen oorzakelijk verband tussen de gedachtenreeks en het 'persoonsruimte-gevoel' constateren maar zie wel een gelijktijdigheid. Gedachten gaan vergezeld met een persoonsruimte die ik in mijn lichaam voel. Die persoonsruimte helpt bij het praktische leven, al tientallen jaren. Daar verandert niets aan. Het is prima om praktische gedachtengangen te volgen en in die persoonsruimte te verblijven. Werk is voor de meesten van ons iets waar die manier van aanwezig zijn wordt gevraagd. Als ik een moment verstil, kijk naar de persoonsruimte, dan valt die weg. 

 

In een boek met opgetekende gesprekken van Ramana Maharshi las ik een parabel die illusteert dat 'praktisch leven' en 'inzicht' best samen kunnen gaan: "Wanneer vrouwen met een waterkruik op hun hoofd lopen, kunnen ze met hun metgezellen praten, terwijl ze toch steeds hun aandacht bij het water boven op hun hoofd hebben".

 

De perspectiefwisseling die ik met Advaitatraining heb ervaren heeft iets wonderlijks. Er verandert niets en toch is alles veranderd. Het praktische leven blijft hetzelfde maar de manier waarop je je verhoudt tot de dingen die je ervaart, verandert totaal. En soms verhoud ik me nog net zo tot de dingen als voorheen, meestal zorgt de constatering van psychisch ongemak er dan voor dat ik vrij snel opmerk dat ik iets over het hoofd heb gezien en keer ik weer terug tot zien van wat er is. Psychisch ongemak is behulpzame feedback die mij laat terugkeren tot Zien. Dit 'terugkeren-tot-zien mechanisme' blijft me verwonderen.

 

Introductie

 

In dit blog vertel ik over wat mij bezighoudt bij een training die ik volg en die ik als erg waardevol ervaar. Ik heb ervoor gekozen om in dit blog deze training Advaitatraining te noemen omdat er in de training veel aandacht wordt besteed aan het gedachtengoed van de drie 'groten' van de moderne Advaita Vedanta; Ramana Maharshi, Nisargadatta Maharaj en Atmananda én omdat de term Advaita bij de meeste lezers met interesse in spiritualiteit tamelijk bekend is. 

 

Voor een preciezere duiding van de kern van deze training verwijs ik naar de website van de leraar waarbij ik deze training volg: Philip Renard; http://www.advaya.nl/ Gezien het karakter van dit blog kies ik er voor om Advaita Vedanta hier niet verder toe te lichten en er op te vertrouwen dat indien de lezer hier meer over wil weten hij of zij zelf in staat is om dit op te zoeken. Ik volsta met een quote in het Engels van Nissargadatta.web: 

 

"Advaita is a Sanskrit word that literally means "not two". Modern interpretation of Advaita is sometimes presented as "Nonduality" and even revised as the end of the Vedas or "Nonduality beyond knowledge." Another name for the study of Advaita is Jnana (knowledge) Yoga. In the 20th century, modern Advaita masters Ramana Maharshi, Nisargadatta Maharaj (and Atmananda*) broke away from the traditional, scripture driven path and they spoke directly from their experience"                                                                                                      * is mijn toevoeging

 

Leeswijzer

Voor alle duidelijkheid vermeld ik hier dat ik niet pretendeer een volleerde of een leraar in de materie te zijn. Dit zijn schrijfsels van een leerling. Ik schrijf iets en op een later tijdstip ben ik het misschien niet meer eens met wat ik eerder ergens heb geschreven. Daarom raad ik de lezer aan om de teksten hier met dit in het achterhoofd te lezen. Als je iets wat hier beschreven staat als zinnig ervaart check het dan bij jezelf dat is ook steevast het advies van mijn leraar. Alles wat ik hier heb beschreven is het gevolg van checken bij mijzelf. Misschien kom jij tot andere conclusies. Ik beschrijf mijn ervaringen. Soms wijd ik wat meer uit. Misschien lees je dingen die je herkent en interessant genoeg vindt om even bij stil te staan. Ik denk dat verschillende hier beschreven thema's redelijk universeel zijn. 

 

Binnen spirituele tradities is deze schrijvers-positie een vrij aparte. Een schrijver die vrijuit spreekt over het absolute en het leerproces van het herkennen hiervan, zonder te claimen volleerd te zijn, komt niet veel voor. Nadat ik de eerste versies van dit blog aan mijn leraar had getoond kreeg ik suggesties voor verbetering en gaf hij me aan dat hij het een goed idee vond om er mee door te gaan. Vooral vanwege het hierboven genoemde aspect van schrijven over een leerproces. 

 

Dit blog is één lang doorlopende pagina. 

 

Ronald Molag, bij de start van dit blog, januari 2018